Hanneke: 'Wie wil nou een killerbody?'
Hanneke Hendrix woont in de buurt Nijmegen met man en kind, en heeft onlangs haar derde roman uitgebracht. Ze schrijft boeken bij De Geus, geeft les aan de kunstacademie en de Schrijversvakschool en maakt hoorspelen voor de radio, maar is niet per se gek op grindbakken.
'Mama heeft een baby in de buik,' zegt de dochter blij als we bij het kinderdagverblijf binnenlopen.
Ik rol met mijn ogen.
'Je hebt zelf een baby in de buik,' zeg ik tegen de dochter. 'Fat shamer.'
De dochter kijkt trots.
'Echt niet,' zeg ik tegen de leidster. 'Geloof me. Écht niet.'
De dochter is sinds ze een zwangere vrouw heeft gezien en uitgelegd heeft gekregen dat daar dan een 'baby in de buik' zit, helemaal geobsedeerd door dikke buiken. Iedereen met een dikke buik heeft een baby in de buik. Zelfs haar knuffelvarken en Jokie van de Efteling.
Ik geef de dochter een kus (toch maar), en spring op de fiets.
Lees ook: Hanneke: 'Bemoei je lekker met je eigen zaken'
Ik herken het studentenhuis in de verte meteen aan de fietsen voor de deur. Onlangs had ik als een donderslag het échte besef dat ik nooit meer student zal zijn, nooit meer in een studentenhuis zal wonen. Alsof ik voorheen altijd ergens het onlogische idee had dat ik die tijd zou kunnen overdoen, weer als een achttienjarige opnieuw zou kunnen beginnen. Ik bedoel: ik wíst heus wel dat zoiets niet kon, maar ik was me daar nog niet bewust van. Niet echt.
In een studentenkamer pas ik een jurk voor het Boekenbal, allemaal via Marktplaats. Een designerjurk, donkergroen. Hij past perfect, ware het niet dat ‘ie zo goed past dat elke rol of blubber erin te zien is.
Ik besluit de jurk te kopen.
De broer belt, hij werkt bij de bieb en reserveert af en toe boeken voor me die ik moet lezen. Ik vind dat fijn, want hij is erg goed in het geven van tips.
'Hoezo heb jij dat boek van Fajah Lourens gereserveerd?' roept hij.
Ik ben even stil.
'Omdat ik ook een killerbody wil,' piep ik.
De broer lacht luid.
'Je bent helemaal niet dik,' zegt de broer. 'Je hebt alleen geen killerbody. Wie wil nou een killerbody? Ik vind killerbody’s lelijk.'
De man vindt killerbody’s ook lelijk. Ik ook. Ik denk aan de groene jurk die ik boven in de slaapkamer heb gehangen.
Ik overweeg de jurk aan de koelkast te hangen.
'En je hebt een kind gehad,' zegt hij.
'Dit komt echt niet door het baren,' zeg ik. 'Dit is pas van het laatste jaar. Ze is bijna drie!'
'Jij vond jezelf ook te dik toen je 55 kilo woog.'
Ik denk na. Dat klopt. En het gekke is dat ik me ook echt precies even te dik voel als toen. Het heeft niets met mijn gewicht te maken. Het slaat nergens op. Ik wil hier helemaal geen tijd aan besteden. Al die onzin.
Ik heb godverdomme stiekem een springtouw gekocht.
EEN SPRINGTOUW!
IK BEN GEK GEWORDEN.
Ik denk aan het verhaal van een goeie vriendin van me: haar nichtje van vier stond op de bank, wreef over haar eigen buik en riep: 'Heerlijke prachtige buik!'
Waar gaat zoiets mis? Waar verandert dat, als het niets te maken heeft met gewicht an sich?
'Maar goed,' zeg ik, 'ik heb dus een jurk voor het Boekenbal gekocht. En om daar in te passen moet ik ongeveer…'
Ik reken.
'Ongeveer een kilo per dag afvallen,' zeg ik.
De broer lacht. 'Hoeveel dagen nog?'
'Tien,' mompel ik.
Lees ook: Hanneke Hendrix en de voedende moeder
Nadat we thuis zijn gekomen van het kinderdagverblijf heeft de dochter het koud. Het is nog vroeg, dus we gaan in bad. Buiten stormt het. De dochter danst. Doet alsof het bad een zwembad is. Wijst naar wat alles is, welke kleur, welke functie. Niets is zo fijn als praten met een peuter: gewoon benoemen wat alles is, niet meer, niet minder.
Als de dochter weer begint over de baby in de buik, zeg ik: 'Nee, geen baby. Gewoon een hele mooie buik.'
Een heerlijke prachtige buik.
Lees hier meer van Hanneke Hendrix.