Lisette Wellens: 'Ik zag enorm op tegen dit lastige goednieuwsgesprek'
Presentatrice Lisette Wellens (34) zette vroeger in elke sollicitatiebrief dat ze fan is van Pippi Langkous. Inmiddels werkt ze als presentator bij Goedemorgen Nederland. In juni kreeg ze samen met haar vriend Alwin een dochter: Yael. Elke maand schrijft ze een column voor &C Magazine.
Het was een van de eerste dingen die ik dacht toen we elkaar na die positieve test aankeken. Hoe gaan we het vertellen? Wanneer? En vooral: aan wie? Bijna zeventig namen had ik opgeschreven. Helemaal bovenaan onze families en beste vrienden. Dan andere vrienden, kennissen, collega's en helemaal onderaan de mensen van wie het gewoon handig is als ze het weten. Dokter, tandarts, yogaleraar. Vriendin C. stond direct onder onze ouders, broer en zussen. Want C. en ik zeggen belangrijke dingen altijd meteen tegen elkaar. En het krijgen van een baby valt zeker in die categorie. Maar ik durfde niet. Liever begon ik een paar namen naar onder.
Lees ook: Lisette Wellens: 'We scoren 15 outfits en 3 tinten foundation'
Toen C. en ik elkaar tien jaar geleden ontmoetten, waren we allebei net naar Curaçao verhuisd. Zij voor de liefde, ik voor mijn eerste baan. Al snel werd ze mijn belangrijkste hulplijn. Toen mijn huis onder water liep tijdens een heftige storm sliep ik wekenlang op haar bank en daarna schraapten we samen alle modder van mijn muren. Toen ik op volle snelheid van een heuvel afreed en de remmen van mijn auto het begaven, was zij het die me ophaalde terwijl ik met knikkende knieën huilend in de berm stond. En toen haar roestige gasoven ontplofte en ze met tweedegraadsbrandwonden naar het ziekenhuis moest, werd ik chef verband verwisselen.
Een telefoontje zou dus geen probleem moeten zijn. Toch schoof ik het weken voor me uit. Ik wist precies wat ik moest doen. Videobelfunctie aan en gaan. De pleister er in één keer af rukken. Maar het ging niet. Naam na naam vinkte ik af, maar niet die van C. Ik zag enorm op tegen dat ene lastige goednieuwsgesprek. Alwin en ik wilden graag een kind, maar hadden nooit verwacht al binnen drie weken met die positieve test in onze handen te staan. C. hoopte inmiddels al bijna drie jaar op dat moment. Ze had net haar tweede IUI-behandeling achter de rug en vertelde me dat ze zich niet 'zichzelf' voelde met die verhoogde dosis hormonen in haar lijf. Ook vond ze het soms lastig dat de gesprekken in onze vriendinnen-appgroep steeds over zwanger zijn en babyspullen leken te gaan. Ongelooflijk blij zouden zij en haar vriend worden van twee streepjes op zo'n plastic staafje. Wij waren natuurlijk ook heel blij, maar vooral verbaasd, verrast en overrompeld. We moesten ook wennen aan het idee. Logisch, vonden sommige vriendinnen. Ondankbaar, vond ik. Want door C. weet ik hoe het ook kan gaan. En hoeveel verdriet je kunt hebben om een mensje dat nog niet eens bestaat.
Ergens rond week zestien van mijn zwangerschap lukte het me. Ik had het scenario zeker tien keer in mijn hoofd doorlopen, maar het ging zoals het bij mij wel vaker gaat: onbeholpen en lomp. Nog voordat C. kon vragen hoe het met me was, riep ik ons goede nieuws al tegen het scherm. Het was even stil. Toen lachte ze. Ik maakte een foto van het moment. En ik zag hoe ze haar best deed om blij voor ons te zijn. Het hoorde. Het moest. Ze wilde het zo graag. En het lukte. Vijf hele minuten lang. Toen zag ik langzaam een traan over haar wang naar beneden glijden. Ze boog haar hoofd. Zweeg. En ik begreep het.
Deze column vind je in &C's augustusnummer 'Sex is in the air' dat nu in de winkels ligt. Of bestel 'm hier.