Lisette Wellens: 'Je denkt: dat komt nooit goed met m'n onderkantje'
Presentatrice Lisette Wellens (34) zette vroeger in elke sollicitatiebrief dat ze fan is van Pippi Langkous. Inmiddels werkt ze als presentator bij Goedemorgen Nederland. In juni kreeg ze samen met haar vriend Alwin een dochter: Yael. Elke maand schrijft ze een column voor &C Magazine.
Een dag na de geboorte van onze dochter Yael was het volle maan. Volgens een oud gezegde dé periode waarin meer baby's geboren worden. Waar of niet: in Amsterdam was er rond 23 juni een geboortepiek. Er kwamen zelfs zo veel baby's bij dat ons kraamzorgbureau kraamverzorgenden van andere bureaus moest 'lenen'. Ruim een uur nadat ik Yael met één enorme oerpush de wereld inslingerde, denderde onze kraamverzorgster pas de slaapkamer in.
Lees ook: Lisette Wellens: 'Ik zag enorm op tegen dit lastige goednieuwsgesprek'
Alwin en ik lagen vol verwondering te kijken naar het kleine mensje dat vanaf nu voor altijd bij ons zou horen. Monique doorbrak de stilte met een authentiek Amsterdamse tongval: 'Je denkt nu waarschijnlijk: dat komt nooit meer goed met mijn onderkantje. Maar geen zorgen hoor, meid.' Tot dat moment was ik nog niet bezig geweest met de status van mijn 'onderkantje', maar dit deed het ergste vermoeden.
Weg rust. Weg bubbel. Welkom Monique. Gelukkig kwam het al snel goed. Monique bleek van het type wel lullen (heel veel zelfs) maar óók poetsen en zorgde voor een hotelervaring in ons eigen huis, inclusief volpension. We baalden enorm toen ze na drie dagen weer terug moest naar haar eigen kraambureau. Haar vervanger heette Kim. Wat jonger, vlot en enthousiast: ze maakte een fijne eerste indruk. Goed nieuws, want ze arriveerde op dag vier van de kraamweek. De dag van ontploffende borsten, extreme vermoeidheid en onbedaarlijke huilbuien. Kim zou mij er vast doorheen slepen.
Boy, was I wrong. Kim zei direct geen seconde langer te blijven dan het einde van haar werkdag en een maaltijd koken hoorde al helemaal niet bij haar taken. Ze was er voor moeder en kind. Soit. Maar dat nam ze wel erg letterlijk. Alwins vragen werden vakkundig genegeerd. Van kraamtranen had ik gelukkig geen last, maar ik was wel gesloopt. Kim legde mij dus in bed om te rusten. Ze ging alleen niet de kamer uit, maar begon aan een hoorcollege over het moederschap. Na anderhalf uur luisteren had ik mijn ogen nog niet dicht gehad en ons bezoek was er wel bijna. Haar mening over kraambezoek had ze al eerder gedeeld ('Zo min mogelijk en sowieso niet als ik er ben'). Of we ze niet konden afbellen zodat ik alsnog kon gaan slapen? Nee, lieve Kim. Dat konden we niet.
Lees ook: Lisette Wellens: 'We scoren 15 outfits en 3 tinten foundation'
Met een zucht van verlichting deed ik uiteindelijk de deur achter haar dicht. De stapel was lag onaangeraakt in de mand en het huis was een rommel. Maar wat heerlijk dat ze vertrok. Afbellen of doorbijten was nu de vraag. Alwin wilde het nog wel een dagje aankijken, ik niet. Met het risico op nog maar de helft van de afgesproken zorguren bedankte ik voor nog meer dagen Kim. Beter drie uur per dag goede hulp dan zes uur die feeks.
Ik was dan ook opgelucht toen ik de volgende ochtend wakker werd met het vertrouwde Amsterdams van Monique, een soortgelijk rond postuur en dezelfde aanpakkersmentaliteit: Ellis, kraamverzorgster nummer drie. Ze bleek een schot in de roos en de laatste dagen kraamzorg vlogen voorbij. Toen we daarna voor het eerst met z'n drieën waren, voelde dat door alle wijze lessen niet eens onwennig. Maar het belangrijkste wat ik in die eerste dagen als nieuwe moeder leerde kwam toch echt vanuit mijzelf: naar je gevoel luisteren. Altijd.
Deze column vind je in &C's oktobernummer 'Daar ben je tante voor' dat nu in de winkels ligt. Of bestel 'm hier.