Hanneke: 'Je moet nooit wijzen en vragen of iemand zwanger is'
Hoorspelmaker en schrijver Hanneke Hendrix (39) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns, romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (3,5) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone.
'Ja, nú mag ik het wel vragen, toch?'
Ik denk even na. Er komt vast iets leuks, want J. kijkt monter. We staan in haar kledingwinkel, de dochter kijkt naar glitterjurken. Misschien krijg ik wel iets. Een dealtje. Of iets gratis.
Ze wijst naar mijn buik.
'Een baby!' roept ze blij.
Ik kijk naar mijn buik.
'Nee joh!' roep ik luid. 'Dat is geen baby! Dat is suiker en boter!'
Ze slaat een hand voor haar mond.
'Niet!'
'Nou, hou eens op,' zeg ik.
'O, wat erg!' roept ze.
'Je moet dat ook nooit vragen,' zeg ik. 'Zelfs niet als iemand een enorme toeter heeft, een buikband met bloemenopdruk draagt en zo’n tingeltangelbal op haar buik heeft hangen. Nooit. Vragen.'
'Ik weet het, ik weet het!' roept ze.
'Ik ben al aan de lijn,' zucht ik. 'Sinds 1542.'
Lees ook: Hanneke: 'Je mag niet tegen je kind zeggen dat-ie goed bezig is'
'Het erge is,' zegt ze, 'dat het mij vorige maand ook al is gevraagd.'
'Twee keer,' zegt het meisje dat ook in de kledingzaak werkt.
'Door dezelfde persoon?' zeg ik.
'Nee, natuurlijk niet. Dat iemand dan een paar weken later terugkomt en zegt: ja, zie je wel! Je bent tóch zwanger,' zegt J.
We lachen.
'Ik vind mijn buik eigenlijk helemaal niet zo erg,' zeg ik.
'Ik eigenlijk ook niet,' zegt J.
We kijken naar onze buiken. Het zijn prima buiken.
Het is me al eens eerder overkomen, lang lang geleden, toen ik de dochter nog niet had en toen ik echt gewoon nog dun was, maar mezelf toch al te dik vond. Ik heb nu eenmaal een buik die naar voren uitsteekt. Daar is niets aan te doen. Die eerste keer was ik er echt weken door van streek. Ja, zeker: ook omdat zo’n opmerking zo vreselijk confronterend was met het feit dat het kinderenkrijgen niet lukte, maar toch ook omdat in maat 36 passen ergens in mijn top 5 van prioriteiten stond. Iemand wijzen op een dikke buik is dus schijnbaar een equivalent van tegen iemand zeggen dat-ie lelijk is. Maar het gekke is: dit keer ben ik er helemaal niet door van streek. Ik neem afscheid van J., neem de dochter op de arm, stap op de fiets en fiets weer naar huis. Ik denk er zelfs niet meer over na. Tot de man een paar dagen later thuiskomt en vertelt dat die-en-die weer zwanger is.
Lees ook: Hanneke: 'De groots en meeslepende liefde bestaat niet'
Ik vertel het verhaal. De man lacht. Als hij de dochter naar bed brengt en ik de tafel afruim denk ik er over na. Wat is er eigenlijk zo erg aan een buik? Waarom is een dikke buik zó erg dat je nooit aan een vrouw mag vragen of ze een kind in haar buik heeft? Ja, als je een kind wíl en mensen vragen dan of je zwanger bent terwijl er geen baby is, maar slechts boter en suiker: dan steekt het vreselijk. Maar alleen een dikke buik? Waarom is dat een belediging? Ik vind mijn buik tegenwoordig juist mooi. Zonder zelfhaat: gewoon, die mooie ronde buik. We zouden juist weer trots moeten zijn op onze buiken. Onze mooie zachte liefdevolle buiken.
Of, in mijn geval: op mijn uitstékende buik.
Hanneke is even met zomervakantie. Deze column verscheen eerder op 30 december, 2019. Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.