Hanneke: 'Het is hopen dat iemand je hand vasthoudt als je sterft'
Hoorspelmaker en schrijver Hanneke Hendrix (39) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns, romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (3,5) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone.
N. en ik zijn aan het werk op een congres. Bij wijze van opening dansen op het podium bejaarde dames een hiphop-dans. Het is fantastisch. We wachten op de eerste spreker en hebben het over onze moeders, onze opvoeding, over plaatsen in het gezin. We zijn geen twintig meer: we schakelen moeiteloos van smalltalk naar hoe opvoeding doorwerkt in hoe je je eigen kind opvoedt en wat daar dan wel en niet frustrerend aan is, naar weer terug naar smalltalk, naar weer terug naar zaken als onaanwezige of overaanwezige ouders.
'Heb je dat wel eens gedaan?' zegt N. 'Familieopstellingen?'
Ik knik. 'Ik heb zoveel therapie gehad dat ik al tien jaar een slechte coach had kunnen zijn,' zeg ik. 'Maar ik geloof niet in piramidesystemen.'
Lees ook: Hanneke: 'Ik neem mezelf voor om op te houden met drinken en eten'
'Pas was ik voor een artikel aanwezig bij een familie-opstelling,' zegt N. 'Ik heb alleen maar staan huilen. Terwijl: ik was de verslaggever! Ik deed niet eens mee!'
We zijn ook geen twintig meer omdat we overal meteen bij gaan huilen.
De oude dames zijn opgehouden met dansen en de eerste spreker vertelt over palliatieve zorg en zijn werk als longarts. Over hoe een assistent de hand van een stervende vasthield. Dat de beste palliatieve zorg 'Er zijn' is. Als gauw zitten we allebei te sniffen.
'Emotionele incontinentie gaat vooraf aan gewone,' fluister ik.
Lees ook: Hanneke Hendrix had zo'n dag: 'Koffie is op, thee is op, brood is oud'
Als ik om me heen kijk zit de halve zaal te sniffen.
We worden geboren, we groeien op, we vinden van alles, we krijgen kinderen, we voeden op en dan na een tijd is het maar gewoon hopen geblazen dat er iemand is die je hand vasthoudt als je sterft.
Ooit maakte ik tijdens een lange autorit met een vriend de afspraak dat we op elkaars begrafenis zouden speechen. We bespraken wat we zouden zeggen, welke grappen en welke tranentrekkers. Na een tijdje stil te zijn geweest riep ik ineens: 'Maar we kunnen helemaal niet op elkaars begrafenis spreken! Het zal er altijd maar eentje zijn!'
'Ja, duh,' zei die vriend. 'Dat is nogal wiedes.'
Ik was daar vreemd genoeg door van streek. (Dat heeft vast iets met de plaats in de positie van mijn gezin te maken.)
Eenmaal thuis zit ik met de dochter op de bank. We kijken een film. We eten Salt & Vinegar chips. We houden allebei van zure dingen. De zure dames van Hendrix. Ik ruik aan haar haar. De dochter vindt dat kinderen geen mensen zijn. Alleen volwassenen zijn mensen. Ik denk daar een tijdje over na. Op een dag gaat zij zich deze dingen ook allemaal afvragen. Op een dag is zij ook een oud vrouwtje. Op een dag houdt misschien ook iemand haar hand vast. Ik laat weer een traan.
'Is het weer zielig?' zegt de dochter, nog net niet met de ogen rollend. 'Op de film?'
Ik knik maar, ook al kijken we Het regent gehaktballen.
Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.