Hanneke: 'Ik hang op 11 mei de vlag uit'
Hoorspelmaker en schrijver Hanneke Hendrix (39) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns, romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (3,5) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone.
Het strand was helemaal leeg. De dochter groef de man in, alsof we Duitsers waren en ik staarde naar de einder en dacht aan een Bert & Ernie-sketch, waarin ze op het strand zitten en ze het hebben over of de wereld wel of niet plat is. Boven ons klapperde onze vlieger. We keken naar het tij dat opkwam. De zon scheen fel. Ik smeerde iedereen in met factor 50. Toen het weer vloed werd, groeven de man en de dochter een geul van de zee naar zo'n stuk op het strand waar, als het tij zich terugtrekt een meertje blijft staan.
We aten kibbeling op een muurtje in het verlaten Callantsoog. De frituur heette Wip In en was gebouwd om grote hoeveelheden mensen te herbergen. Er waren wachtvakken op de grond afgezet met rood-witte tape en er hingen plexiglasplaten rond de balie. Er was niemand, behalve een montere vrouw achter de balie. Het deed me denken aan de Efteling, waar poppen pas gaan bewegen als je karretje de hoek om komt, als iemand 's ochtends de stroom erop zet. Ik bestelde binnen, alleen, en wachtte met de dochter op de arm, buiten. De man zat op een muurtje, bewaakte de spullen voor niemand in het bijzonder en staarde naar de wolken. De dochter begrijpt het principe van 'de zieke mensen' inmiddels heel goed. Zo goed dat ze er vaak om met haar ogen rolt. Maar afzetlinten en plexiglasschermen vindt ze erg interessant. En pompjes met desinfectiemiddel. Alsof je haar dan ineens ziet denken: 'O, wacht eens even. Het is dus écht met die zieke mensen. Niet iets dat die twee hier maar gewoon verzinnen om me niet uit logeren te laten.' Ik wees aan en legde uit. Ze vindt zo'n afzetlint even interessant als de immens grote zak friet op het dak van de frituur.
Lees ook: Hanneke: 'Zij had dure kleding aan, ik voelde me een aardappel'
De kibbeling was perfect. Het weer ook. De wereld leek verlaten. Af en toe vloog er een meeuw over.
In de auto viel de dochter meteen slaap. We namen tulpen mee, drie bossen voor vijf euro, uit een stellage bij iemand voor de deur. Het geld ging in een geldkistje dat niet vastgemaakt was aan de stellage. De bar-dancing naast het huis met de tulpen had een grote professioneel ogende banner aan de zijkant van het pand opgehangen waarop in vrolijke letters 'Fuck Corona' stond.
'Rrraaarrr,' zei ik. 'Dat je daar je goeie geld aan uitgeeft.'
'Kun je net zo goed 'Fuck Ziekte' aan de muur hangen,' zei de man. 'Alsof iemand er iets aan kan doen. Of zo'n virus dan denkt: Ja, nee, nu heb je me tuk.'
Het was een uur of zes en we doorkruisten het land zonder file.
Lees ook: Hanneke: 'Er moeten meer mensen zijn die stiekem eten'
Thuisgekomen wasten we het zand uit onze haren, aten we wraps voor de televisie en ging de dochter veel te laat naar bed. De tulpen zette ik in een vaas op tafel.
A. stuurde een bericht dat, als de scholen weer volledig opengaan, hij als een dronken voetbalsupporter toeterend de straat over zal gaan. Ik hang op 11 mei ook de vlag uit, al zijn er nu ineens perfecte dagen aan het strand. Gek is dat. Want alles gaat op de keper beschouwd gewoon goed, maar lijkt zich in een soort van parallel universum af te spelen, waar alle andere mensen verdwenen zijn, poppen zijn, alsof het allemaal niet echt is.
En ik wil zelfs ook best toeterend door de straten rijden als alles voorbij is.
Liefst in de file.
Geen enkel probleem.
Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.