Hanneke: 'Heb je de hele reep opgegeten en niks voor mij overgelaten?'
Hanneke Hendrix (40) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns en romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (4) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone.
Je hebt mensen die één M&M uit een zak kunnen halen, dan de zak dicht kunnen doen en die weer in de kast kunnen leggen om er vervolgens niet meer aan te denken. Ik ben niet zo'n mens. De andere helft van de mensheid vreet, terwijl de splinters om hen heen vliegt, de hele zak in één keer leeg. Of zoals een kennis van mij het ooit omschreef: 'Ik kwam er pas onlangs achter waarom er altijd een sticker op de zak zit. Ik vroeg me dat altijd af: waar die voor diende. Maar die is dus om de zak weer dicht te maken. Ik hoef de zak alleen nooit dicht te maken.'
Ik probeer dus gewoon helemaal niet te snoepen. Ik haal het gewoon niet meer in huis. Ware het niet dat de dochter vijf jaar oud is en elke dag na school een snoepje krijgt. Ik ben zelf opgevoed in een volkoren huishouden zonder snoep of chips, en zie mij: het heeft totaal geen zin gehad in mijn matigheid. Dus hebben wij van dat kindersnoep in huis. Kindersnoep waar ik niet zoveel aan vind: regenboog winegums, marshmallows, van die ouderwetse matroze lolly's waar je tong aan blijft plakken. Snoep waar ik wel de sticker van de zak voor nodig heb.
Lees ook: Hanneke: 'Mijn kind denkt dat ouders nergens mee naar binnen mogen'
Tot ik vorige week een reep chocola kocht. Ik weet ook niet waarom ik dat deed. Misschien kwam er visite, misschien had God weer een hekel aan me omdat de weegschaal een kilo minder liet zien: wie zal het zeggen.
'Chocolaaaaaaaaaaa,' riep mijn dochter euforisch uit, toen ze de reep zag.
'Je hebt al snoep gehad,' zei ik. 'En we gaan zo eten. Morgen.'
Prima.
Zou je zeggen.
Ik at die reep natuurlijk 's avonds voor de tv integraal op.
Jullie kennen me toch.
Maar dan ken je de dochter nog niet. De volgende dag kwamen we nietsvermoedend thuis.
'Nu dan heel graag zo'n chocolaatje,' zei ze.
'O,' zei ik zo terloops mogelijk. 'Die heb ik opgegeten.'
De dochter keek me aan. Haar ogen stroomden vol tranen. Echte tranen. Geen aanstel-tranen. 'Op?' zei ze verbijsterd. Ik gebruik nooit graag het woord 'verbijsterd', ik vind het een woord dat aan inflatie onderhevig is. Maar ze was echt verbijsterd.
Lees ook: Hanneke: 'Normaal vindt ze school juist leuk'
'De hele reep?'
'De hele reep,' zei ik schaamtevol.
'Helemaal alleen?' riep ze. 'De hele reep?'
Ze begon hartverscheurend te snikken.
'Heb je zo steeds, klik, een reepje, klik, een reepje, en zo de hele reep?!' snikte ze. 'En heb je niks voor mij overgelaten?'
Ik probeerde haar te sussen, maar het was waar: ik had de hele reep opgegeten. Helemaal alleen. Zonder aan haar te denken.
Het duurde toch wel een stief kwartiertje voor ze bedaard was, terwijl ze normaal helemaal niet van het drama is. Het is nooit een kind geweest dat op het gangpad van de supermarkt gaat liggen schreeuwen. Maar nu was het te laat. En dat was mijn schuld.
'Morgen haal ik een nieuwe reep voor je,' zei ik.
'En laat je dan een stukje over?'
Ik knikte. Ik dacht altijd dat ik mijn dochters hart zou breken met iets als 'veel werken' of 'van huis zijn', maar het bleek dus heel iets anders. Het bleek, natuurlijk, mijn vraatzucht te zijn.
Lees hier meer columns van Hanneke.