Hanneke Hendrix en de ouders met hun inwisselbare kinderen
Hanneke Hendrix (39) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in kroeg In de Blaauwe Hand. Ze heeft een dochter (2) en een man, is de laatste Nederlander zonder smartphone en verhuisde onlangs naar een dorp. Haar roman Aswoensdag ligt nu in de winkels.
‘Ik heb al de hele dag het woord Berkel-Enschot in mijn hoofd. Ken je dat? Dat je ineens gewoon de hele dag alleen maar een woord in je hoofd hebt? Berkel-Enschot. Berkel-Enschot. Hoe kom ik daar nou bij? Ken jij iemand uit Berkel-Enschot?’
Henk haalt zijn schouders op. Het is lang stil.
Sjan denkt na. Dan zegt ze: ‘Denk jij dat we het allemaal goed doen?’
‘Met wat?’
‘Met opvoeden en alles.’
Henk haalt zijn schouders op.
‘Ik bedoel: soms denk ik weleens dat we het allemaal fout doen.’
Lees ook: Hanneke Hendrix en de moeder die het vandaag even bij thee houdt
Een reclameblok begint. Henk zapt naar een ander kanaal.
‘Denk jij dat nooit? Dat je denkt van: we doen het allemaal fout?’
Henk zapt door.
‘Henk?’
‘Nee joh.’
‘Ik bedoel: het enige wat ik wil, is dat ze gewoon blije, authentieke volwassenen worden.’
Henk kijkt Sjan aan.
‘Nee joh. Authentiek? Natuurlijk niet authentiek. Dat is echt een ander woord voor irritant. Als iemand zegt: ‘Ik heb heel authentieke kinderen,’ dan zeggen ze eigenlijk: ‘Ik heb heel irritante kinderen.’
Henk kijkt weer naar de televisie. Sjan vouwt haar armen. Kijkt naar de gordijnen. Het is lang stil. Henk zapt weer naar het initiële kanaal. Daar zijn nog steeds commercials aan de gang.
‘Henk?’
‘Hm?’
‘Zullen we anders iets leuks gaan doen?’
‘Iets leuks?’
‘Ja, iets leuks. Samen. De tv uit. Een spelletje. Kaarsjes aan.’
‘Hè gatver, nee. Alsjeblieft niks leuks. Hou toch eens op met je blij en je authentiek en je leuk. Leuk is een gefiguurzaagd paardje.’
Lees ook: Hanneke Hendrix en de autorit met de vader die ze amper kent
Het is weer even stil. Het reclameblok is afgelopen. Dan staat Sjan op, ze trekt haar jas aan.
‘Waar ga je heen?’
‘Je kunt me nog meer vertellen. Ik ga naar Berkel-Enschot. Ik weet nog niet wat ik ga doen. Maar ik ga naar Berkel-Enschot. En jij zoekt het hier maar uit. Met onze saaie, suffe, inwisselbare kinderen.’
Ze loopt de deur uit.
Henk kijkt nog lang naar de televisie.
En dan zegt hij, tegen niemand in het bijzonder: ‘Leuk. Superrrrleuk.’
Deze column verscheen eerder in &C 08, 2019. Hier lees je meer van Hanneke Hendrix.