Hanneke: 'Ze mocht niet van de glijbaan omdat er een ander kindje was'
Hoorspelmaker en schrijver Hanneke Hendrix (39) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns, romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (3,5) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone.
Op de dertiende dag van de sociale onthouding gebeurde er dit:
- De dorpssuper kondigde aan in april voorgoed dicht te gaan.
- Ik vergat dat de man van de zonwering kwam kijken voor een offerte voor de achterpui en zag hem in de verte met zijn bus rijden toen de dochter en ik aan het wandelen waren en dacht eerst 'o, wat leuk, die komt binnenkort ook bij ons' en meteen daarna 'DAT IS NU! BINNENKORT IS NU!'. De tijd loopt zo vreemd, tegenwoordig. Welke dag is het? Hoe laat is het? Ik heb geen enkel idee.
- Ik hoorde de postbezorger die de nieuwe wieltjes voor het onderkorfje van de vaatwasser kwam brengen niezen op de oprit. Ik heb het pakje vriendelijk aangepakt en ‘t toen stiekem in de schuur met groot geschut ontsmet. Daarna een minuut of vijf mijn handen gewassen.
- De bestelde wieltjes voor het onderkorfje van de vaatwasser pasten niet.
- De televisie brandde door.
Lees ook: Hanneke: 'Ik wou dat ik de postbode iets kon geven, maar ik durf niet'
De man was vroeg aan het werk en de ochtend begon met de dochter voor de televisie en ik aan het werk. Toen ik voorbij de bank liep om iets uit de printer te halen, zei de televisie op een ouderwets sepia-achtige manier 'Peng!'.
En daarna bleef het scherm zwart. De dochter en ik keken elkaar aan.
'Volgens mij is-ie stuk,' zei ik verbaasd.
Ik kom nog nét uit de generatie die is opgegroeid met televisies die pas na veertig jaar kapot gingen, en dan vaak ook nog na een lange periode van uiteindelijk pas werken als erop geslagen werd.
Op de televisie, dan hè, dat slaan.
Dus.
Goed, waar wil ik heen?
De dochter haalde haar schouders op. Ik pakte voor haar een laptop uit de kast en maakte mijn werk af. Ik ben óók van de generatie die gewoon een ander apparaat pakt als 't ene stuk gaat.
De dochter vindt dat normaal.
We zijn geluksvogels.
Daarna gingen we in bad, daarna gingen we tosti's eten en daarna gingen we wandelen. In de tussentijd kwam dus dat pakje en vergat ik de meneer van de zonwering, die gelukkig omkeerde toen ik belde. De zon scheen fel, het waaide guur en daarna liep ik met een jengelende dochter de Laarsdijk op. Ik mopperde.
Lees ook: Hanneke: 'Ik zou echt geen babyshower overleven zonder alcohol'
En toen, ineens, ik weet niet hoe het kwam, ze zat op mijn nek, keken we uit over de velden waar de tractors reden en er was verder niemand en de dochter legde haar hoofd op mijn hoofd en ze friemelde gedachteloos aan mijn oor en toen zei ik: 'Zeg, we redden het wel, jij en ik.' Waarna de dochter even nadacht en zei: 'Ja.' Daarna waren we weer stil en toen we langs het speeltuintje liepen en ik zei dat ze nu toch niet van de glijbaan mocht omdat er een ander kindje aan het spelen was, friemelde ze weer aan mijn oor en zuchtte ze: 'Ik vind dit met de zieke mensen helemaal niet zo leuk.' En ik zei: 'Ik ook niet. Maar ja, het duurt nog een tijdje. We moeten wachten.' En toen begon de dochter ineens dit te zingen. Ouwe Venlonaar die ze is.
Thuis maakte ik garnalencocktail, ouderwetse: met een blaadje sla onderop.
En toen de man thuiskwam en ik zo de woonkamer doorkeek en buiten de bloesemblaadjes waaiden als sneeuw en ik vertelde wat er allemaal gesneuveld was die dag en vertelde hoe trots ik op de dochter was, toen dacht ik, ook al is alles nu onzeker, is het crisis, haat ik deze tijd en alles wat het met ons allemaal doet, en ook al verlang ik zó naar de zomer, toen dacht ik: we zijn geluksvogels.
Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.