Hanneke Hendrix: Tired, but tired. But tired.
Hanneke Hendrix schaart zichzelf als ouder van een peuter in de categorie ‘doet ook maar wat’ en is niet te beroerd om te beschrijven hoe ze door de wondere wereld van buggy's, kinderdagverblijven, zetpillen en banaan heen struikelt.
‘Ik weet niet wat het met me is,’ zeg ik. ‘Ik ben zo moe. Ik kom gewoon niet vooruit.’
‘Het is het weer,’ zegt Q.
Ik lig op de bank. Alle ramen staan open. Een fris briesje waait naar binnen.
‘Dat excuus mag niet meer,’ zeg ik.
Ik kom piepend en krakend overeind en kijk naar buiten.
‘Het regent zelfs,’ zeg ik. ‘Dat we eerst een oneindige hittegolf nodig hadden om heel Nederland massaal van de regen te doen gaan houden. Die God, het is me er toch eentje.’
Lees ook: Hanneke Hendrix: Free-range parenting
Ik laat me weer in de kussens vallen. Q. vraagt of ik niet moet werken. Ik zeg dat ik zeer goed vanaf de bank met laptop kan werken.
‘Vorige week moest ik optreden en toen kreeg ik mijn favoriete rok bijna niet meer dicht. Vlak voor ik thuis vertrok sprong er een gat in de naad. Die heb ik toen maar met een nietapparaat dicht geniet,’ zeg ik. ‘Ging ook prima. Maar ik ben blij als het winter is, dan kan ik weer gewoon grote truien en vesten aan.’
Ik zucht.
‘Doekjes voor het bloeden,’ zeg ik.
‘Zeg maar liever hele rollen stof,’ zegt Q.
We zuchten.
De voorgaande jaren werkte het altijd erg goed als Q., L. en ik een weddenschap afspraken: wie van ons drie voor een bepaalde datum niet de afgesproken kilo’s was afgevallen moest de rekening van een etentje betalen.
Externe motivatie: dat werkt bij mij doorgaans het beste.
Maar goed, dit jaar hebben we de einddatum drie keer verzet en op 1 augustus was er nog niemand die had gewonnen. Nu gaan we maar niet uit eten. Scheelt ook weer.
‘Je moet gewoon iets gaan doen,’ zegt Q. ‘Dan gaat die vermoeidheid ook weer over.’
‘Het is het ouderschap,’ zeg ik. ‘Daar komt het door.’
‘Schat, je bent al je hele leven moe. Ik durf te wedden dat jij zo’n kleuter was die bij het prikken drie keer die prikpen in het papier zette en daarna gewoon de boel met die pen losscheurde omdat je het te veel moeite vond om netjes alles te prikken. Heb ik gelijk?’
Hij heeft gelijk.
‘Te veel moeite en te onzinnig,’ zeg ik.
Ik rolde als kleuter al veel met mijn ogen.
‘Is voor de oog-handcoördinatie, die oefening.’
‘Oooo,’ zeg ik, terwijl ik al mijn gevallen van apraxie aan me voorbij zie flitsen. ‘Is dat daarvoor?’
‘Ga gewoon weer hardlopen,’ zegt Q. ‘Is ook goed voor je gemoed. En dan pas je weer in al je mooie kleren als de presentatie van je nieuwe boek is.’
Ik zucht.
‘Oké,’ zeg ik. ‘Ik ga weer rennen. Echt.’
‘Heel goed.’
‘Al komt dat wel weer in de war met de plannen die ik had gemaakt. Voor mijn nieuwe bestseller.’
‘Welke nieuwe bestseller? Jij hebt elke week een nieuw plan voor een bestseller, maar je draait er nou nooit eentje in elkaar.’
‘Een lifestyleboek,’ zeg ik. ‘En ik heb al een titel: Tired, but tired, gaat het heten. Tired, but tired.’
Ik pauzeer even.
‘But tired.’
Ik lach luid. Q. hangt op.
Lees ook: Hanneke Hendrix: Vermoeid ouderschap
Misschien moest ik het dit keer maar eens gaan doen. Nu écht. Maak ik er een hele movement van. Tired, but tried. But tired: The perks of being een vermoeide en te dikke ouder.
En gelukkig kan zo’n boek prima vanaf de bank geschreven worden. Toch? Heeft verder iemand nog lifestyletips? Voor de vermoeide mensch? Ik noteer ze graag.
En daarna ga ik hardlopen.
Echt waar.
Echt.
Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.