Hanneke Hendrix en de autorit met de vader die ze amper kent
Hanneke Hendrix (38) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in kroeg In de Blaauwe Hand. Ze heeft een dochter (2) en een man, is de laatste Nederlander zonder smartphone en verhuisde onlangs naar een dorp. Haar roman Aswoensdag ligt nu in de winkels.
Hanneke maakt wat mee sinds ze moeder is. Uren in de auto zitten met een vader die ze niet zo goed kent, bijvoorbeeld.
‘Wij gebruiken geen opvang.’
‘Hoe bedoel je? Hebben jullie ouders die oppassen?’
‘Nee, we doen het allemaal zelf.’
‘O. Jeetje.’
‘Ja. We vinden het geen goed idee om in die belangrijke eerste jaren van alles te moeten missen.’
‘O.’
‘Maar die van jou gaat dus wél naar het kinderdagverblijf?’
‘Ja, drie dagen. Soms vier.’
‘O.’
‘Ja.’
‘Dat kan natuurlijk ook. Maar wij willen gewoon het beste voor ons kind.’
‘O, hè bah. Nee hoor, wij niet. Wij willen alleen het beste voor onszelf.’
Daarna is het lang stil...
Lees ook: Hanneke Hendrix en de ouders die hun kind Starnakel willen noemen
‘Nee, maar hij is echt heel erg gemakkelijk. Echt supergemakkelijk. Echt heel.’
‘Nou, da’s toch fijn?’
‘Is jouw dochter gemakkelijk?’
‘Ze is niet makkelijk en niet moeilijk. Gewoon een kind.’
‘Gewóón een kind?’
‘Ja, natuurlijk is ze gewoon een kind. Soms word ik helemaal gek van d’r en soms zou ik er wel tien van haar willen hebben.’
‘En ze is goed met andere kinderen?’
‘Ook gewoon. Ze speelt heel graag samen, maar soms maakt ze ruzie.’
‘Ik vind het echt niet goed, voor die kleintjes. Als ze zo jong al moeten vechten om dingen.’
‘Ze hoeft niet te vechten om dingen. Ze moet gewoon leren delen en samenspelen.’
‘Ik vind dat erg jong.’
‘O. Nou ja. Prima.’
Het is weer een tijdje stil.
Lees ook: Hanneke Hendrix en de vader met de 360-gradenoefenbeker
‘Dus ze schopt of bijt nooit iemand? Een ander kind? Of op straat?’
‘Hè? Nee, natuurlijk niet.’
‘En jou ook niet? Ze schopt en bijt jou ook nooit?’
‘Nee joh. Ja, ze heeft me één keer een mep gegeven. Toen moest ze meteen naar bed. Dus dat heeft ze nooit meer gedaan.’
‘Wij vinden dat dat beknot in de vrijheid.’
‘Wat?’
‘Nou, een kind dan naar bed doen.’
‘O.’
‘Maar ze bijt of schopt jullie niet?’
‘Waarom vraag je dat toch steeds? Schopt en bijt jouw zoon, ofzo?’
Het is even stil.
‘Con-stant. Ik word knettergek.’
Deze column verscheen eerder in &C 05, 2019. Hier lees je meer van Hanneke Hendrix.