Hanneke Hendrix: Vermoeid ouderschap
Hanneke Hendrix schaart zichzelf als ouder van een peuter in de categorie ‘doet ook maar wat’ en is niet te beroerd om te beschrijven hoe ze door de wondere wereld van buggy's, kinderdagverblijven, zetpillen en banaan heen struikelt.
‘Een kennis van mij heeft een relatie met een vrouw met vier kinderen,’ zeg ik. ‘Al eeuwen, schijnt.’ Ik vertel wat details.
‘Ja, dat heb ik ook gehoord,’ zegt vriend A. aan de telefoon. Hij zit in een koffietent. ‘Al eeuwen terug.’
‘Ik hoor tegenwoordig alles het laatst,’ zeg ik. ‘Toen ik nog achter de bar stond, was ik altijd op de hoogte van alle laatste roddels. En door het rennen door de zaak kon ik eten wat ik wilde en nog steeds maar zestig kilo wegen.’
Lees ook: Hanneke Hendrix: Importkinderen
Ik zwijg even.
Ik beweeg te weinig tegenwoordig.
Ik eet te veel.
Maar goed.
Ik klaag ook te veel.
Tegenwoordig.
Ik zucht.
‘Weet je wat het is?’ vervolg ik. ‘Ik was niet eens geschokt doordat iemand vreemdgaat, maar meer door het feit dat iemand met vier kinderen daar überhaupt zin in heeft. Ik ben veel te moe voor een buitenechtelijke relatie. Weet je hoeveel werk dat is?’
‘Precies dat dacht ik ook!’ zegt A. ‘Ik moet er zó niet aan denken: als een moeder op het schoolplein naar me lacht, vraag ik altijd snel of ze is aangekomen.’
‘Maar het houdt je vast lekker slank,’ zeg ik. ‘Achter vier kinderen aanrennen en twee partners hebben.’
Het is weer stil.
Op de achtergrond klinkt geroezemoes en het gerinkel van servies.
‘Maar breng je bij vreemdgaan niet juist meer tijd in bed door?’ zegt A. na een tijdje. ‘Dat is eigenlijk ideaal.’
‘Ja, maar dan slaap je toch niet?’
‘Kun je geen buitenechtelijke slaapverhouding hebben? Al levert dat natuurlijk ook wel spanningen op. Roept je partner: ‘Hoe durf jij buiten de deur te slapen?!’
Het is weer lang stil.
‘Hallo?’ zeg ik. ‘Ben je er nog? Wat ben je steeds aan het doen?’
‘Ik ben ook het gesprek van de buren aan het afluisteren,’ fluistert A.
‘O,’ zeg ik.
Ik wacht.
‘Het is een tweedekans-stel. Ze hebben het over het erkennen van gevoelens,’ fluistert A.
‘Praten over gevoelens,’ zeg ik. ‘Ook al zo vermoeiend. Ik wil gewoon op de bank liggen en televisiekijken.’
‘In onze studententijd hadden we het alleen maar over gevoel,’ zegt A. ‘Maar dat doe je als je je doodverveelt.’
‘Volgens mij doen we alles verkeerd,’ zeg ik. ‘Klagen, niks meemaken, te veel eten.’ ‘Nee, we doen juist alles goed. Iedereen met kinderen is te moe. Daarom praten we altijd zo graag over mensen die dan iets exotisch doen. Iets buitenaards als energie steken in nóg een relatie.’
Lees ook: Hanneke Hendrix: Altijd het beste en veiligste voor je kindje
‘Ja, zo kun je het ook bekijken,’ mompel ik.
‘Klopt toch?’
‘Ja, klopt,’ zeg ik. Het klopt.
‘Ik ga een zelfhulp- en opvoedboek schrijven,’ zegt A. monter. ‘Ik loop al een tijdje met het idee. Vermoeid Ouderschap gaat het heten. Daar is vreselijk veel markt voor.’
‘Binnenlopen,’ zeg ik.
‘Juist,’ zegt A.
We hangen op.
Ik loop naar de keuken en kijk in de koelkast. Alleen maar gezonde dingen. Ik zucht weer. Ik bak een tosti van volkorenbrood met een half wiel kaas erop. Vermoeid ouderschap. Ik denk dat ik maar het bijbehorende voedingsboek ga schrijven. De vermoeide voedingswijzer: dik worden met gezonde producten en zonder er veel voor te hoeven doen.
Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix