Malou: 'Wilt u alstublieft mijn tv meenemen? En niet mijn laptop?'
Malou Holshuijsen, presentatrice bij Radio 1 voor BNN VARA, schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Het huis is schoner dan schoon en toch ik ben actief op zoek naar meubels en voorwerpen die ik nog een keer kan afsoppen en rechtzetten. Iets wat ik doe als ik iets anders moet doen. Ik had me voorgenomen een paar uur voor mijn vertrek naar Parijs nog wat te schrijven en de eerste zes hoofdstukken van mijn eerste boek naar de uitgever te sturen. Een afspraak die ik drie maanden geleden maakte. Ik zou het binnen twee weken aanleveren. Waarom lijken drie maanden aan te voelen als een voorbij gewaaide windhoos?
Lees ook: Malou: 'Lida, als je dit leest: door jou heb ik een schuld van 40K!'
Parijs gaat de boeken in als werkweekend. Mijn boek speelt zich helemaal niet af in Parijs maar dat weet de belastingdienst niet. Dit ‘werkweekend’ heb ik verdiend en ik moet als ZZP’er kosten maken. Museum en wijn zijn het komend weekend dan ook werkwoorden.
Ik wijn.
Jij wijnt.
Hij/zij/het wijnt.
Hij/zij/het museumt
Wij museareren
Jullie museareren
Wij hebben gemuseareerd.
Dat mijn liefde-en-tevens-vaste-verkering (hier gaan we geen punt van maken) het tripje initieerde weet de belastingdienst ook niet. Vrolijk huppel-poets ik door mijn huis en oefen mijn Franse taalkennis. Trottoir, baguette, garage, au revoir.
Het mailtje met de eerste zes hoofdstukken staat klaar, de bijlage is aan het uploaden.
De bel gaat.
Mijn Bos en Lommer-bel heeft niks weg van de Parijs-sfeer waar ik me alvast in bevind. Het geluid suggereert eigenlijk altijd dat er een boos iemand voor mijn deur staat. TRRRRRRRRRRRRRING TRINGTRING.
‘Het zal wel een pakketje voor de buren zijn,’ hoor ik mezelf denken.
Dan wordt er geklopt.
Er staat een man voor de deur, hij ziet er vriendelijk uit.
‘Goedemiddag, ik ben op zoek naar mevrouw Holshuijsen?’
‘Dat ben ik. Wat kan ik voor u doen?’
Ik ben nog steeds in de veronderstelling dat ik ergens moet tekenen en een pakket in ontvangst mag nemen. Misschien wel een leuke pre-Parijs-verrassing van mijn liefde-en-tevens-vaste-verkering (hij stuurt namelijk vaak bloemen; ook hier gaan we geen punt van maken).
‘Mijn naam is Geert Stijns. Ik ben deurwaarder. Ik ben hier omdat u zich niet aan een betalingsverplichting heeft gehouden. Ik kom een openstaande vordering incasseren.’
Met een schuin oog kijk ik naar mijn laptop. Ben ik die straks kwijt?
Ik laat de man binnen. ‘Wilt u koffie?’ vraag ik hem?
Hij knikt.
Als we zitten, vertelt de man dat, maanden geleden mijn maandelijkse bedrag dat ik terugbetaal aan studiefinanciering eenmalig niet is afgeschreven. ‘Daar heeft u bericht van gekregen. Per post, van DUO. Er zijn meerdere incasso’s gestuurd, maar u heeft er nooit op gereageerd. Nu heeft u geen recht meer op een betalingsregeling.’ Ik vertel de man dat ik de brieven van DUO nooit open, omdat ik er altijd vanuit ben gegaan dat het bevestigingen zijn van mijn maandelijkse terugbetaling. Ik trek een lade van mijn kast open en laat hem een stapel ongeopende brieven zien.
‘Omdat het automatische incasso’s zijn. Tja ik dacht…’
Ik begin een beetje te stotteren.
‘Wilt u alstublieft mijn tv meenemen? En niet mijn laptop?’
De man glimlacht en legt me uit dat uit dat ik het bedrag van ongeveer 400 euro ook direct bij hem kan betalen. Ik grap dat de koffie vijf euro kostte en vraag of ik de overige 395 euro mag pinnen.
Lees ook: Malou: 'Ik zei 'ja, is goed' terwijl ik 'nee, rot op' wilde zeggen'
Een paar uur later sta ik natrillend op Amsterdam Centraal station. Ik vertel mijn liefde-en-tevens-vaste-verkering (geen punt dus) over Geert Stijns, de vierhonderd euro en het grapje over de koffie. ‘Ik ken nog een mooi Frans woord: failliet.’
Hij lacht om mijn grapje, vertelt me dat hij mijn tas wil dragen en dat we eerste klas reizen. Dat hoort namelijk op zakenreis.
Als ik neerplof op een rode stoel in de trein schrik ik nog een keer op. De hoofdstukken die naar de uitgever moesten staat non-verzonden op mijn bureaublad.
Op mijn laptop.
Op mijn eettafel.
Alors Merde!
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen