Malou: 'De interviewer maakt een opmerking over haar jurk'
Malou Holshuijsen schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Er is een boekpresentatie. Met bier, bitterballen en oude stoffige mannen die iets komen vertellen over wat ze ooit deden en naar eigen zeggen goed konden. Een interviewer van dezelfde leeftijd en met hetzelfde profiel heeft de taak gekregen het zaaltje te trakteren op leuke vragen en antwoorden. Hij heeft het naar zijn zin.
Lees ook: Malou: 'Ik word begluurd door een castlid van Netflix-serie Sexify'
Voordat hij iets aan de gast vraagt, vertelt hij wat over zichzelf. Wat is zijn kijk op het onderwerp waar hij het volgende moment zijn gast over zal bevragen? Welke band heeft hij met de gast? 'Goh, Herman. Wat is het toch geweldig om hier weer in deze zaal te staan. Ik weet het nog goed, de eerste keer dat ik hier stond. Het was een openingsavond en ik was een van de eregasten. Jij was er ook. Daarna hebben we elkaar lang gesproken en zijn we uit eten gegaan. Weet je nog?' De andere oude stoffige man - een ijdele acteur - wist het nog. Of deed alsof. Het voorprogramma voelt als een zesgangendiner waarbij sneetjes ouwe-jongens-krentenbrood worden geserveerd en waar iedereen wacht tot de laatste kruimel van het bord is verdwenen. De schrijver en de illustrator van het boek wachten rustig af. Straks worden ook zij ook in het zonnetje gezet. Het is een feest der gespeelde herkenning. Naast de stoel van de interviewer wisselt het grijze gruis zich af.
Lees ook: Malou: 'Verstijfd houd ik mijn stuur vast. Ik moet huilen'
De een nog interessanter dan de ander. Een van hen is stokoud, hij vertelt zijn verhalen in zwart-wit. Toch is niemand zo markant als de interviewer, die in iedere anekdote een stukje van zichzelf herkent. Alsof hij binnenkwam met geheugenverlies schraapt hij de herinneringen naar zich toe, om ze vervolgens als nieuwe anekdotes de zaal weer in te smijten. En daarna nog een keer. En weer. En dan nog een keer. De schrijver neemt plaats en de interviewer weet het nog. 'Toen ik jou voor de eerste keer zag was je nog een stagiair. Nu heb je een mooi boek geschreven. Man, wat een prachtig boek. Mijn complimenten. Goh, ja. Ik weet het nog hoor, jij was die jongen bij de kopieermachine.' De schrijver knikt. Ja, dat was hij. De interviewer richt zich tot de illustrator, een jonge vrouw in een oogverblindend mooie rode jurk. Dat ziet de stoffige man ook wel. 'Kijk nou, je bent écht een verschijning' merkt hij op. 'Wat dacht je toen je deze opdracht kreeg? Ik denk dat ik het wel weet. Wat een kans, hè?' De vrouw mompelt iets sociaal wenselijks. 'Ja, een enorme kans.' Haar talent blijft onbesproken. De interviewer maakt nog een opmerking over haar jurk. Daarna ziet hij kans om iets over zijn moeder te vertellen. Die droeg namelijk ook mooie jurken.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.