Malou: 'De bijna tyfus-verspreking is je bij deze vergeven'
Malou Holshuijsen schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar zoals in haar debuutroman Zachtop lachen: met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Sinds een maand ben ik de trotse maker van de rampzaligste podcast van Nederland. In Dit Komt Nooit Meer Goed ontvangen collega-columnist Roos Schlikker en ik bekende gasten en gaan we op zoek naar de non-succesverhalen des levens. Het was een reden om ons uit te nodigen aan een talkshowtafel in een dagelijkse tv show. Ik miste de memo van ‘doe maar geen hoog dichtgeknoopt overhemd aan want dan lijk je achteraf net een in elkaar gedrukt oliebolletje’ en er ging een stijltang over mijn hoofd tegen het ‘rommelige haar’.
Lees ook: Malou: 'Mijn natuurlijke haarkleur? Grijs'
‘Ik moet geen dertig lijken’ hoorde ik Roos tegen de visagist zeggen.
‘Ik wel’ zei ik tegen die van mij.
Wanneer de uitzending begint, begint mijn ooglid een beetje te trillen. Dat gebeurt altijd als ik zenuwachtig ben. Ooit, toen ik nog in de veronderstelling was dat ik in staat zou kunnen zijn mijn rijbewijs te halen, trilden mijn oogleden zo erg dat het mijn traanbuis stimuleerde en er een directe stroom zenuwslopend traanwater langs mijn wang, mijn kraag in stroomde. Ik deed alsof er niks aan de hand was. De rijinstructeur deed hetzelfde. Aan het eind van de rit stopte het oog met trillen en zag het er uit alsof ik mezelf had onder gekwijld.
De show begint. Als ik de eerste vraag krijg weet ik halverwege de zin niet meer wat ik wil zeggen. Woorden zonder bestemming vliegen over tafel. Het volgende moment is Roos aan het woord. Mooi, want zij kan lullen als Brugman. Het ooglid trilt nog steeds. Ik probeer me te herpakken voordat de presentator vraagt naar die keer dat ik dacht ‘dit komt nooit meer goed’. Vooraf besprak ik met de redacteur dat ik het verhaal zou vertellen van toen in het ziekenhuis. Mijn borstonderzoek nadat er een knobbeltje was gevonden. De dokter van dienst liet mij stewardess-de-nooduitgangen-bevinden-zich-aan-de-voor-zij-en-achterkant-van-dit-vliegtuig-bewegingen maken terwijl hij mijn tepels bestudeerde. Hij sloot het onderzoek af met het woord ‘mooi’, waarop ik ‘oh dankje’ zei. Het besef dat ‘mooi’ niet ging over mijn borsten maar het een ‘mooi’ was om aan te geven dat ik het ‘de-nooduitgangen-bevinden-zich-aan-de-voor-zij-en-achterkant-van-dit-vliegtuig-bewegingen’ mocht stoppen, kwam vrijwel direct na het bedankje.
Lees ook: Malou: 'Ik moet je iets vertellen, maar het is nog wel geheim'
‘Malou, jij hebt een keer opgesloten gezeten in een ondergrondse Spaanse parkeergarage, is het niet?’ vraagt de presentator. Ik schrik. Dit is niet het verhaal dat ik heb geoefend. Toch begin ik te vertellen. Ik vertel over die keer bij het autoverhuurbedrijf. ‘Het was een tyf- ik bedoel heel ver lopen’ zeg ik. 'Ik was eindelijk gelukkig, na een klotejaar ziek zijn’ knal ik erachteraan. Ik kijk naar Roos, zij moet lachen. Bij de Evangelische Omroep kun je beter lullen als Brugman dan vloeken als een bootwerker. Even denk ik het. Dit komt nooit meer goed. Maar na afloopt gaat mijn telefoon. Het is mijn moeder: 'Je oogde heel beheerst, de bijna-tyfus-verspreking is je bij deze vergeven.'
Ik geloof niet in God, dus als mijn moeder het zegt zal het wel zo zijn.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.