Malou: 'Er is zojuist iemand voor de trein gesprongen'
Malou Holshuijsen, presentatrice bij Radio 1 voor BNN VARA, schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Het is dinsdagmiddag en ik loop in de zon. Het is een kleine gemeente waar ik een paar keer in de week kom om te werken. Het werk dat ik daar in de zomermaanden doe draait om andere mensen. Een doelgroep die wat extra hulp nodig heeft in het leven. Het is nodig en fijn een periode niet bezig te zijn met Malou Holshuijsen op de radio, Malou Holshuijsen in een tijdschrift, Malou Holshuijsen leuk op Instagram, Malou Holshuijsen in de uitverkoop. KOOP MALOU HOLSHUIJSEN EN VIND HAAR LEUK!
Lees ook: Malou: 'Wilt u alstublieft mijn tv meenemen? En niet mijn laptop?'
Zoals altijd loop ik aan het eind van de middag fluitend en voldaan het gebouw uit naar het station. Een wandeling van een klein kwartiertje. Negen van de tien keer heb ik de liefde-en-tevens-vaste-verkering (hier maken we nog steeds geen punt van) in mijn oortjes aan de telefoon om te vertellen wat er vandaag allemaal is gebeurd.
Die dag kwam er iemand naast me staan. Ze legde haar hoofd niet al te zacht op mijn schouder en zei: ‘Ik hou van jou.’ De dag daarvoor noemde ze me een klootzak.
Omdat we lang kletsen en ik veel vertel, loop ik een beetje traag wat me met tegenzin dwingt tot het trekken van een sprintje naar het perron omdat de trein eraan komt. Lachend verbreek ik de verbinding. Doordat het telefoongesprek is gestopt, begint mijn muzieklijstje op Spotify weer af te spelen. Ik luister naar het nummer We vieren het toch van Spinvis en ren de trap op. Er rennen wat mensen mij tegemoet waarvan ik denk dat ze snel naar de overkant moeten om een andere trein te halen.
Helaas is er iets heel anders aan de hand. Ik kijk ernaar en probeer wat ik zie meteen weer te vergeten. Er is zojuist iemand voor de trein gesprongen. Wat er daarna gebeurt, voelt als een verwarrende droom die je vaak hebt bij heel hoge koorts. Het is een moment waarvan ik niet meer weet of het een uur of een minuut heeft geduurd. Is het nou heel erg warm of ijskoud?
Ik bel hem.
Het enige wat ik kan doen, is luisteren naar de stem aan de andere kant van de telefoon. Het is de liefde-en-tevens-vaste-verkering die tegen me praat. ‘Loop daar maar weg,’ zegt hij en dat is wat ik doe.
Ik loop weg van het perron.
Weg van alle andere mensen.
Weg van het station.
Er scheuren ambulances, politiewagens en brandweerauto’s voorbij. Die heb ik niet gebeld, want ik liep weg. Het zijn hulpverleners waarvan ik al weet wat ze zo aantreffen. Zij hebben nu misschien nog een sprankje hoop. Ik weet dat ze straks ergens moeten aanbellen om te vertellen wat er om 16.19 uur is gebeurd.
Om grip te krijgen op de situatie controleer ik in de NS-app of dit wel echt aan de hand is. ‘Aanrijding met een persoon’ – het staat er echt. Ook kijk ik op Twitter. Waarom doen mensen in vertraagde treinen alsof dit een persoonlijk aanval is op hun drukke bestaan? Vertraging, balen jongens, iets later thuis.
Lees ook: Malou: 'Lida, als je dit leest: door jou heb ik een schuld van 40K!'
Een paar dagen later luister ik nog een keer naar Spinvis met We vieren het toch. Het is me nog nooit opgevallen, maar volgens mij gaat dit lied over iemand die fantaseert over zijn eigen begrafenis.
De zon is al rood
Ik hoor een gitaar
Dit moet hem wel zijn
De mooiste avond ooit en iedereen zwaait.
We vieren het toch is misschien wel de mooiste zin die er bestaat. Ik word er rustig en zelfs een beetje vrolijk van. Iets waar ik me ook een beetje voor schaam.
Na wat dagen rust ga ik straks weer met de trein naar mijn werk in de kleine gemeente. Ik hoop dat zij, die vorige week niet al te zachtjes haar hoofd op mijn schouder legde, me vandaag weer geen klootzak vindt.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen