Malou: een bizar Andalusisch avontuur #1
Malou Holshuijsen, presentatrice bij Radio 1 voor BNN VARA, schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram-account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Ik word opgehaald in Ronda. Een kleine stad in Andalusië slechts drie bus-uren verwijderd van Malaga. Via-via ben ik contact gekomen met Juan Alonso, een idealist uit een klein Spaans dorp met een olijfolieplantage en een paardenboerderij. Een maand lang mag ik hem helpen met het temmen van paarden en het snoeien van olijfbomen.
Lees meer: Malou Holshuijsen: 'De taxichauffeur is een kakchagrijnige kleuter'
Vroeger was ik een paardenmeisje. Met een abonnement op de Penny en een overbezorgde en doodsbenauwde moeder. Dat had deels te maken met de regelmaat waarmee ik van mijn paard lazerde en met het feit dat mama destijds in een revalidatiecentrum werkte. Bij elk telefoontje dat ze kreeg, dacht ze dat ik met een dwarslaesie moest worden opgehaald uit het ziekenhuis.
Uiterst tevreden was ze dan ook toen ik mijn liefde voor paarden inwisselde voor de eerste liefde van mijn leven, waarmee ik na twee weken verkering ging samenwonen in een ander dorp. Dat de liefde pijnlijker is dan van je paard vallen, had ze altijd voor me verzwegen.
Voordat ik besloot dit Andalusische avontuur aan te gaan, sprak ik een paar keer telefonisch met Juan Alonso en met andere mensen die in het verleden voor hem werkten. Een dag voor vertrek belde hij om iets belangrijks te vertellen.
‘Malou, we have a problem.’
‘Juan, what is wrong? And did you say we?’
‘Yes, this is both our problem. I call this problem: my mother.’
‘What about your mother?’
‘She is divorcing her boyfriend and moved into my house.’
‘Thank you for the heads-up. How bad can it be? I will be fine.’
Ik kom aan bij de auto van Juan en zie dat hij zijn moeder heeft meegenomen. Er zit er een kleine vrouw op de bijrijdersstoel. Ze lijkt sprekend op Ipie, het typetje van Paul Groot uit Koefnoen. Kortpittig aubergine geverfd haar en een Annie M.G. Schmidt-bril uit het jaar kruik. Ik steek mijn hand uit om mezelf voor te stellen. Ze kijkt me aan en wendt zich naar Juan en begint tegen hem te schreeuwen. ‘My mother doesn’t speak Englisch,’ zegt hij.
Gelukkig ben ik hierop voorbereid en heb ik een zinnetje gegoogle-translated. ‘Mi nombre es Malou. Mi español es malo,’ zeg ik met een overdreven brede glimlach, in de hoop dat mijn steenkolenspaans een mondhoek doet optrekken. Iets wat de Paul Groot-lookalike liever aan haar schouders overlaat, die ze demonstratief ophaalt om vervolgens haar hoofd van mij weg te draaien, terwijl ze iets mompelt.
Lees meer: Malou Holshuijsen: 'Mannentepels mogen overal, want die zijn normaal'
‘My mom says welcome’ zegt Juan. Hij liegt dat hij barst.
Na een doodstille rit van veertig minuten loop ik de tl-verlichte woonkamer van Juan binnen. Met mijn handen vol bagage probeer ik niet in de weg te lopen.
Dat lukt niet.
Paul Groot zucht en roept wat in het Spaans.
Ze kijkt me aan en verwacht een antwoord.
‘Si,’ zeg ik.
Hoofdschuddend loopt ze weg.
In de - eveneens tl-verlichte - keuken leg ik mijn spullen neer. Ik kijk om me heen.
Er staan potten met ondefinieerbare smurrie op het aanrecht. Op de eettafel liggen tientallen doosjes medicatie. ‘Are you hungry?’ vraagt Alonso.
‘Si,’ zeg ik. Dan grijpt hij naar een van de potten, draait deze open en kwakt het op een bord. Ook Paul Groot schuift aan en trekt een bord naar zich toe.
Ze drukt een paar pillen uit een strip en begint te eten.
‘Buen apetito,’ zeg ik.
Zij zegt niks.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.