Malou: 'Voor de zoveelste keer grijp ik naar mijn telefoon: niks'
Malou Holshuijsen schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Schuimbekkende millennials die niet kunnen appen. Afkickende pubers die niet kunnen instagrammen. Hysterische boomers die met niemand in discussie kunnen en hun reacties onder Facebook-artikelen (tegen wie hebben jullie het überhaupt?) over QR codes aan zich voorbij moesten laten gaan.
Lees ook: Malou: 'Online is iedereen een held, arts of eigen rechter'
Daar zitten we dan. De eenzame mens, zonder likes, blauwe vinkjes en whatsapp-stickers waarvoor we ons negen van de tien keer best mogen schamen.
Kwetsbare wezens hunkerend naar notificaties en andere kleine tekens van waardeering. Een dubbelklik-rood hartje onder een foto dat zegt: 'Ik zie jou. Jij bestaat.' Een vibratie van een milliseconde, 't liefst op tafel zodat het stevig trilt voor een vleugje endorfine van een DM. Voor de zoveelste keer grijp ik naar mijn telefoon om te kijken of ik in de laatste vijf minuten wellicht een allesbepalend appje heb gemist. Maar er is niks behalve de berichtgeving dat we zijn ontregeld. Een wereldwijde storing ter grootte van mijn eigen ego. In de uren die volgen probeer ik mijn leven gestaag door te zetten.
Een Vietnamese lunchroom met Amsterdamse serveersters en een kop stomende ramensoep is het decor van deze wachtkamer. Hier wachten mensen tot de storing voorbij is. En de regen.
Een meneer met een krant, de arme ziel. En daar verderop zijn twee mensen écht me elkaar in gesprek. Wat een opoffering.
De Amsterdamse serveerster brengt een bord soep. 'Soep' zegt ze erbij.
Wanneer we de kleurrijke lekkernij voor ons neus weer fotograferen en met de rest van de wereld kunnen delen weten we niet.
Het zijn onzekere tijden en tot die tijd eten we.
Er gebeurt veel in de echte wereld. Zo zit er een haar in mijn soep. Op het moment dat ik er aan trek komt er nog een grote harige bulk achteraan. Alsof ik direct uit een doucheputje zit te eten. Het is alles behalve instagramwaardig.
Niet lang nadat de Amsterdamse serveerster mijn kom heeft weggehaald krijg ik nieuwe. 'Soep' zegt ze wederom. Dan legt ze haarfijn uit dat het onmogelijk een haar van de kok van het Vietnamese restaurant kan zijn geweest. Volgens haar was de soep-haar afkomstig van iemand met rossig haar. In haar keuken kwam deze haarkleur niet voor. Daar heeft iedereen zwart haar.
Lees ook: Malou: 'Deze arts gaat onderzoeken of ik het BRCA-gen draag'
'Het maakt niet uit hoor' zegt ze, 'maar ik wilde het toch even zeggen.' Fakenieuws, denk ik. Want ze wilde het toch even zeggen. Mensen zeggen graag dingen, ook in de echte wereld. Ik grijp naar mijn telefoon en open de apps.
Nog steeds niks.
De man met de krant kijkt me aan. Hij glimlacht. Ha, een like, denk ik.
Waar was jij toen er een wereldwijde storing was bij Facebook?
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.