Column: Uitzonderlijke hoogte en downsyndroom
Malou schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
In het vliegtuig zit ik naast Joppe. Een jongeman van 21 jaar met een blouse waarbij je, als je er te lang naar kijkt, moet oppassen voor permanente hoornvliesschade. Een zonnebril zou goed van pas komen naast deze vleesgeworden neonbink. Hij heeft stijl zwart haar, hippe sneakers en het syndroom van Down, dat ze - in zijn geval - misschien beter het upsyndroom hadden kunnen noemen.
Als enthousiasme een gezicht zou hebben, zou het deze jongen op stoel 48F zijn.
Mijn bil raakt de stoel nog niet of Joppe heeft me al verteld dat we in het grootste vliegtuig ter wereld vliegen. Zijn moeder zit naast hem. Iedere zin sluit hij af met de woorden 'hè mam?'. Zij antwoordt telkens met 'ja mannetje', waarna Joppe zijn ogen strak dichtknijpt, zijn tanden knarst en hard in zijn handen klapt.
Voordat het vliegtuig in beweging is gekomen heeft Joppe alle knopjes, lampjes, schermen en stoelstanden al uitgeprobeerd. De meneer achter mij schraapt zijn keel als Joppe de stoelleuning aan mij demonstreert. Ik kijk even achterom en wens hem een fijne reis. De moeder van Joppe kijkt me aan en lacht. Ik lach terug. Joppe rommelt aan zijn schoenen en trekt de sneakers uit, waarop zij direct haar excuses aanbiedt. Dat is terecht.
'Hij is nerveus,' zegt ze erbij. De hippe sneakers liggen als twee dampende stukken Franse kaas onder zijn stoel. Ik zeg dat het niets uitmaakt en vraag aan Joppe of dit de eerste keer is dat hij vliegt.
Zeker niet.
Pas wanneer de fasten your seatbelts-lampjes uitgaan is Joppe klaar met vertellen waar hij en zijn moeder allemaal naartoe zijn gevlogen. Van Dubai tot Hawaii, wat zijn felgekleurde shirt verklaart.
'Ik heb veel verstand van vliegtuigen en dit is het allergrootste vliegtuig dat er bestaat,' laat Joppe een stuk of tien keer weten. De meneer achter me weet het inmiddels ook, en zucht. 'Zou dit het grootste vliegtuig zijn dat er bestaat?' vraagt hij zeikerig aan zijn vriendin naast hem. Zo snel als zijn logge, korte lijf het toelaat draait Joppe zich om naar de man, om hem nog een keer duidelijk te maken dat we vliegen in het grootste vliegtuig dat er bestaat.
Er komt een stewardess met hete, natte handdoeken, die hij gretig aanneemt, open vouwt en gebruikt om zijn neus in te snuiten. Als zijn moeder zegt dat de doekjes eigenlijk bedoeld zijn om je handen of gezicht mee op te frissen, wordt het Joppe even te veel. Tranen vloeien over zijn wangen en er galmt een luchtalarm door de cabine. 'Het was ook wel heel spannend vandaag, hè mannetje?' sust zijn moeder.
Joppe knikt en wendt zich naar mij. 'Ja, weet ik. Het was een hele spannende dag vandaag. Want dit is het grootste vliegtuig dat er bestaat!'
Snikkend gebruikt hij zijn snotlap nog even waarvoor hij daadwerkelijk bedoeld is. Hij veegt zijn handen en gezicht ermee schoon en geeft ‘m aan zijn moeder. Hij knijpt zijn ogen dicht, knarst zijn tanden en klapt in zijn handen.
Ik moet lachen. Zijn moeder ook.
Een vlucht van negen uur in het grootste vliegtuig dat er bestaat.
En ik mocht naast Joppe!
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.