Malou Holshuijsen: Klikken is flikken
Malou schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Ik scroll in een app door het lijstje sportactiviteiten die in de stad worden aangeboden. Het systeem werkt heel erg simpel: er is een shitload aan sportscholen, klasjes met moeilijke pasjes, mindfull zonder redbull en terroristische trampolinelessen dat om het halfuur wordt aangeboden en waar je – als je sektelid bent – aan mag meedoen. Met een klik op de knop ben je erbij.
Ik lig op mijn bank. Omdat mijn bank en ik al twee dagen onafscheidelijk zijn – nog even en we zijn samen één – besluit ik een activiteit aan te klikken. Klikken is flikken, in deze app. Waarmee ik bedoel te zeggen: als je je aanmeldt en niet komt opdagen, krijg je een boete. Druk je op de knop ergens aanwezig te zijn, kan je dus niet meer terug. Afijn, klikken is flikken.
Lees meer: Malou Holshuijsen: Ode aan het Tikkie (deel 1)
Het klik-selectie-gedrag telt twee belangrijke factoren. Hoever is het fietsen en hoe lang duurt deze kwelling? Mijn oog valt op een klasje nog geen kilometer bij mijn huis vandaan en in tegenstelling tot de doorgaans minimaal zestig-minuten-work-out menen ze hier in dertig minuten klaar te zijn.
Ik klik.
Ik zucht.
Ik heb meteen spijt.
Wanneer ik de ruimte binnenkom, bots ik tegen een gespierd lijf. Ze heeft haar haren strak in een staart en draagt felle sportkleding. Alles is op elkaar afgestemd. Zij doet ook mee met het klasje. Blijkbaar heb ik de memo waarop stond dat sporten in een joggingbroek not done is gemist. Ook komt niemand meer in tenue binnen, iedereen kleedt zich om in de kleedkamer. Er zitten modderspetters op mijn broek van de minuscule fietstocht.
Om me heen worden voornamelijk zware dingen verplaatst. Ballen, grote blokken en zandzakken worden vooruitgeduwd, opgetild of met een touw om de middel meegesleurd. Het doet me denken aan het groepje bouwvakkers bij mij in de straat die eigenlijk precies hetzelfde doen. Alleen de uitkomst is anders. Bouwvakkers hebben na afloop een huis gerenoveerd. De mensen in deze zaal nemen een selfie met een eiwitshake.
We doen drie rondes dingen verplaatsen. Iedere ronde duurt ongeveer tien minuten. De groep is enthousiast. Het eerste voorwerp wat ik van de ene naar de andere kant van de zaal moet sjouwen, krijg ik bijna niet van de grond. Wanneer het wel lukt, hoor ik de instructeur roepen dat ik het verkeerd doe.
Bolle rug, holle rug. Ik vind het gewoon erg lastig.
De trainer ziet eruit alsof metaal buigen makkelijk is. ‘Is dit je eerste keer?’ vraagt de ijzervreter. ‘Ik sportte voorheen wel, maar ben er een tijdje uit geweest,’ hoor ik mezelf zeggen. Dat vind ik beter klinken dan: ‘Ik had geen flauw idee wat ik aanklikte, de enige reden waarom ik hier ben, is omdat het dichtbij huis is en dertig minuten korter duurt dan het andere aanbod.’
‘De eerste keer na de bevalling schijnt een grote stap te zijn. Maar het ziet er niet slecht uit hoor. Je bent zo weer back on track!’ vervolgt hij. Ik kijk hem aan en herhaal de zin eerst in mijn hoofd en daarna de woorden ‘na de bevalling’ hardop.
Lees meer: Malou Holshuijsen: Ode aan het Tikkie (deel 2)
De schrik in zijn ogen. Het heeft iets weg van een tekenfilmfiguur. Een fractie van een seconde staan zijn ogen wagenwijd open.
Dan draait hij zich vluchtig om.
Als hij wegloopt en doet alsof hij mijn laatste zinnetje niet hoorde, struikelt hij bijna.
Het was een tergend lang halfuur.
Niet alleen voor mij.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.