Malou: 'Amper 10 dagen geleden zwoer ik dat 't een topjaar zou worden'
Malou Holshuijsen, presentatrice bij Radio 1 voor BNN VARA, schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Regenboogvlaggen wapperen in de godsgruwelijk harde wind en ik fiets er tegenin. Grote regendruppels snijden als kleine scheermessen langs mijn wangen. Ik heb vanochtend al drie keer hardop gescholden. De koffiemachine, elektrische tandenborstel en het fietsslot moesten ’t ontgelden. Ik wenste ze een ernstige ziekte toe.
Wanneer verdrietige dingen gebeuren, neig ik ervan weg te rennen. Als dat niet kan, verander ik in een tiran voor vriend, vijand en leefomgeving. Nog geen tien dagen geleden zwoer ik, met een glas champagne in mijn hand, dat het een topjaar zou worden.
Lees meer: Malou: een bizar Andalusisch avontuur #4
‘Ga even zitten’ klonk het enkele dagen later aan de andere kant van de telefoonlijn. Ik wilde niet zitten. Het liefst drukte ik mijn telefoon uit zodat ik niet hoefde te luisteren naar wat er verteld werd. Nu vloek ik mezelf de ochtend door omdat wegrennen geen optie is. Klotende op een kapot barrel, op weg naar het station, onderweg naar het afscheid van een vriendin.
Ik heb het altijd druk op de fiets. Tijdens het trappen zoek ik alvast naar mijn ov-kaart in m’n jaszak, luister ik naar de radio, wordfeud ik tegen mensen die ik niet ken én beantwoord ik appjes van Daan, mijn beste vriend. Hij appt om te vertellen dat er zojuist iemand langsloopt met een kapsel waarvan het lijkt alsof het is aangevreten door ratten.
Ik lach hardop.
Daan, mijn beste vriend weet altijd wat ik nodig heb.
Het is van groot belang dat hij binnen nu en dertig seconden een appje met de tekst ‘haha’ terugkrijgt. Al appende fiets ik tussen twee grote gebouwen door. Een van de Belastingdienst en een zakenhotel voor beursbezoekers en mensen die vreemdgaan. Door de harde wind en de twee hoge gebouwen met vreemde hoeken ontstaat er een windhoos die mij van het ene op het andere moment omverblaast.
De grond is hard, nat en koud.
Ik word overeind geholpen door een man. ‘Je moet ook niet appen op de fiets,’ zegt hij als hij ziet dat ik zonder botbreuken opkrabbel. Deze bemoeial werkt vast bij de Belastingdienst. Daar is het normaal je neus in andermans zaken te steken. Iemand die zojuist is vreemdgegaan in het hotel daartegenover zou me niet zo snel aanspreken op ongeoorloofd gedrag. Ik bedank de man en in mijn hoofd kan hij de tyfus krijgen. Inmiddels lopen de tranen over mijn wangen. Bij mij werkt het altijd zo met huilen: hoe meer mensen erbij zijn, hoe meer snot en geluid.
Lees meer: Malou: een bizar Andalusisch avontuur #3
Ik loop de trein in, die is ramvol. Als de conducteur de coupé inloopt en ik mijn ov-kaart zo snel even niet kan vinden, snik ik hardop. Dan tikt hij me op mijn schouder. ‘Kunt u even meelopen, mevrouw?’ zegt de man. Hij heeft grijs haar en een snor. Ik denk dat hij shag rookt, want het midden is geel. Ik loop achter hem aan de coupé uit door twee smalle deurtjes naar de eersteklascoupé. De rode ruimte is helemaal leeg. ‘Zo, ga jij hier maar even zitten. Volgens mij is dat een stuk prettiger als je zo verdrietig bent.’ Hij klopt me op mijn schouder en loopt weer weg.
In nog geen tien minuten verkas ik van de koude, natte grond voor het station naar een eersteklastreincoupé. Zo snel kan het gaan.
Tweeduizendnegentien. Vanaf nu wordt het alleen maar beter.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.