Malou: 'Ik droom dat mijn tanden uit mijn mond vallen'
Malou Holshuijsen schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar zoals in haar debuutroman Zachtop lachen: met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Dagen achter elkaar droom ik dat mijn tanden uit mijn mond vallen. Soms in een keer, soms brokkelen ze langzaam af. Vaak sta ik net met iemand te praten, die vindt het niet eens zo gek. Althans, veel minder opmerkelijk dan ik.
Lees ook: Malou: 'Word ik in de maling genomen met verborgen camera's?'
Er was ook een keer dat er helemaal niks meer overbleef en ik met mijn tong langs mijn tandvlees voelde of het pijn deed. Dat deed het niet. Zo moet mijn opa zich voelen als hij zijn gebit uit doet, dacht ik. Zou ik meteen bij de tandarts terecht kunnen? Die werkt alleen op maandag, dinsdag en donderdag. Welke dag is het vandaag?
Wakker.
'Dan ben je bang dat je de controle ergens over verliest' zegt iemand in een beige regenjas. Het is een tegemoetkomende vreemdeling in het park die mijn telefoongesprek heeft opgevangen. Ik schrik even. 'O' zeg ik, in de hoop het eventuele gesprek direct te beëindigen.
Het park waar ik wandel heeft in het midden een groot sportveld. Twee voetbaldoelen waar ik nog nooit iemand heb zien keepen. Podcast-luisterende millennials, nieuwe moeders, nieuwe vaders, snelwandelaars en gezellige kletsers lopen langs het veld. Soms kom je iemand twee keer tegen omdat de ene het rondje linksom pakt en de ander het rondje rechtsom loopt. Bij de tweede keer groet je elkaar, dat is een ongeschreven regel. Iemand aanspreken doe je enkel bij een losse veter, een open gulp of een noodgeval zoals brand of de aanwezigheid van een seriemoordenaar. Of als je iemand kent.
Deze vreemdeling heb ik nog nooit eerder gezien. En mijn telefoongesprek over de tandennachtmerrie was geen rondvraag waar alle wandelaars op mogen reageren. Zeker niet zo onverwacht. Ik knik en loop door. Waar was ik? 'De dromen' klinkt het aan de andere kant van de lijn.
Lees ook: Malou: 'Wat is de juiste manier om op straatintimidatie te reageren?'
Wanneer het telefoongesprek is afgerond besluit ik nog een rondje te lopen. Ik denk aan alles wat er aan gaat komen. Deze week staan er twee interviews in de krant. Met mij, over mij. Vaak ben ik de interviewer en bepaal ik zelf wat er op papier komt te staan. Nu waren dat twee mannen die mij niet kennen. Twee mannen die mij nu denken te kennen. Ik heb er geen controle over. Het is doodeng.
Aan de overkant wandelt de vreemdeling. Straks kruizen we elkaar weer, dat staat vast. Misschien heeft die persoon gelijk en droom ik al dagen over een tandeloos bestaan uit angst voor al het onbekende. Wat staat me te wachten? Wanneer is iets nou echt gevaarlijk? Ik kijk naar de tegemoetkomende beige regenjas waar ik een rondje eerder nog van schrok. 'Bedankt, ik denk dat je gelijk hebt' zeg ik bij het voorbij lopen. De vreemdeling lacht. Sommige dingen zie je niet aankomen. Maar wat ik in die tussentijd doe heb ik toch echt zelf in de hand.
Malou is met zomervakantie. Deze column verscheen eerder in maart 2021. Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.