Column: Het donderwolkje
Malou schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Ik ging koffiedrinken en kwam chagrijnig terug. Een klein donderwolkje had zich genesteld boven het terras waar ik had afgesproken. Het volgt me nu al een paar dagen op de voet.
Lees ook: Column Malou Holshuijsen: Uitgedrukte liefde
Overal waar ik ga, arriveert het donderwolkje een klein moment later. Het is dan misschien geen grote wolkbreuk met bliksem, waarvoor je binnen moet schuilen en mag hopen dat je er ongeschonden uit komt, maar dit klootzakje beïnvloedt mijn humeur wel dusdanig.
Zero bevorderend voor ieder kuthumeur is dan ook een koffie to go op het station waar het personeel je in het Engels aanspreekt, je eerst zes fucking vragen stelt en je je naam moet spellen voordat je eindelijk een normale zwarte koffie in handen hebt.
De wereld haat me, en ik haar. Iedereen die voor mijn voeten loopt tussen koffietent en trein doet dat om mij te zieken.
Ziet dan helemaal niemand dat ik een klein donderwolkje heb?
Mocht je het je afvragen, een familieverjaardag met slechts drie uur slaap en een nachtshow in het vooruitzicht is geen aanrader.
Als ik aankom, vertrekt mijn partner in crime. Mijn moeder, wiens humor zwarter is dan het gemiddelde blok houtskool, heeft een make-upcursus met collega’s.
Godverdomme. Wat flikt zij nou?
Ze vertrekt.
‘Misschien kom ik later nog even terug!’
Als je het onschuldige koffiemeisje al niet kunt uitstaan, gaat het ‘m écht niet worden bij je seniele, aangetrouwde oom die je aanspreekt als een 12-jarige wanneer je apathisch in een pan staat te roeren.
‘Huh? Kun jij voor jezelf koken, ja? Kook je thuis ook voor jezelf?’ vraagt hij.
‘Ik ben verdomme eenendertig. Wat denk je zelf?’
‘Meteen weer happen, hè?’ ‘Stik in je door mij gekookte happen!’
Hij moet lachen, dus ik hoef het niet goed te maken.
De jarige wrijft over mijn schouder. Het is mijn BFF. Ze is 84 jaar geworden. ‘Wat ging je moeder nou doen?’ vraagt mijn oma.
‘Cursus. Ze heeft zich aangemeld als vrijwilliger bij de CliniClowns en heeft nu haar eerste schminkles’.
Ze lacht.
‘Echt?’ vraagt ze. Mijn moeder kennende, zou het namelijk zomaar kunnen.
‘Nee, niet echt. Ze komt zo terug. Maar dit ga ik tante Litsa zo wijsmaken, zodat als mama terugkomt, ze zegt dat ze zo’n mooie CliniClown is. Lachen toch?’
‘Moet ik hier helpen?’
‘Nee oma, wegwezen! Het is je verjaardag. Ga leuk doen bij je visite.’
Ze wrijft nog een keer over mijn schouder.
‘Ik ben blij dat je er bent,’ zegt ze.
Ik kijk omhoog. Het donderwolkje is weg.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.