Malou: 'De man in de trein wil mijn plas drinken'
Malou Holshuijsen, presentatrice bij Radio 1 voor BNN VARA, schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Het is midden in de spits en ik zit in een volle trein. Tegenover me zit een ietwat kale meneer. Hij vraagt vriendelijk of ik er wellicht voor opensta een keer over hem heen te plassen.
(?!)
Een klein kwartiertje eerder ging ik tegenover de man zitten. Hij las de krant hardop voor. Omstanders keken hem vreemd aan. De plek tegenover hem was vrij en het was duidelijk dat de rest van de reizigers geen trek had om in de buurt van de NS-nieuwslezer te zitten. Hij las hard en gaf per zin commentaar. ‘Politiek!? Zakkenvullers zal je bedoelen! Graaiers. Godverdomme wat een graaiers!’
Lees ook: Malou: 'Hij en ik, en de rest is bijzaak'
Hij had zijn krant snel uit. Razendsnel zelfs. Gelukkig had hij ook nog ongeopende post in zijn tas. Kaarsrecht legde hij die op zijn schoot. Er zaten een hoop blauwe enveloppen tussen. Iedere handeling werd benoemd.
‘O ja dit moet ik nog lezen.’
‘Ik ga dit nu lezen.’
‘Ik scheur het gewoon open.’
‘Ja, dit moet ik dringend lezen.’
‘Wat is dit nou?’
‘Wat is dit godverdomme nou?’
‘Wat flikken ze me nou? Die graaiers!’
‘Nou zeg. Sjongejongejongejonge.’
Even dacht ik dat Rembo - van Rembo & Rembo - misschien tegenover me zat. De Rembo die Maxim Hartman niet is. Ik kon niet op zijn naam komen en dat vond ik irritant. Ik opende Google. Tussen Amsterdam en Hilversum heb je min 4G-netwerk in plaats van 4G. Het duurde even.
‘Sjongejongejongejonge.’
Mijn mobiele internet is nog steeds aan het zoeken als de man uit het niets vraagt of ik wellicht wat pies wil doneren. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Urinewegen in dit geval. Hij zegt dat ik het mag aanleveren in een bekertje zodat hij het kan opdrinken of zichzelf ermee kan besprenkelen. Hij is de moeilijkste niet, laat hij weten.
Ik bestempel mezelf over het algemeen ook niet als een moeilijk persoon. Tot nu. Ik ben de moeilijkste wel. Ik leg de man uit dat ik niet wil meewerken, maar bedank hem voor het vragen.
‘Sjongejongejongejonge.’
De rest van de coupé kijkt me aan. Soms grinnikt er iemand. Zodra onze blikken elkaar kruisen wordt er weggekeken. Ik verdenk iedereen in het treinstel van het niet draaien van muziek en meeluisteren naar iets wat ik zo snel mogelijk wil afkappen.
Lees ook: Malou: 'Weet je wat ik zo leuk vind aan jou?'
Na de tweede keer afwijzen van dit pislauwe voorstel zie ik geen andere uitweg meer dan mijn oordopjes in doen en heel harde muziek aan te zetten. Wat er daarna gebeurt, is mij een raadsel. Ik zie dat hij praat, maar ik hoor niks. Hij is in een andere wereld - die zonder oordopjes - en ik negeer hem. Wat geen raadsel meer is, is de naam van de andere Rembo. Ook kan ik met zekerheid kan zeggen dat Theo Wesselo mij niet – IK HERHAAL: NIET – om mijn plas heeft gevraagd.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.