Malou: 'Ik besta uit een kleurrijk palet van angsten en fobieën'
Malou Holshuijsen schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Wat lijkt op een mooie ochtend - er schijnt wat zon door de gordijnen en ik heb geen kater - wordt abrupt onderbroken door een lokaal nieuwsbericht. Drie mannen hebben vannacht een woningoverval gepleegd. Ze mishandelden daarbij een bewoner van het huis. De foto bij het artikel komt overeen met mijn uitzicht. Ik probeer me wat laconiek op te stellen, 'Dit gebeurt nou eenmaal in de stad' en 'Waarom zou het, nu het bij mij in de straat is gebeurd, erger zijn dan al die andere keren dat ik hier over las?', maar al gauw meldt dat bekende gevoel zich aan de balie van mijn brein.
Lees ook: Malou: 'Drie smerige pro-life hyena's omsingelen mij en m'n vriendin'
Mijn straat is vaker de pisang. Al drie keer heb ik het alarmnummer moeten bellen omdat ik het niet alleen wist op te lossen. De eerste keer werd er in het huis naast dat van mij ingebroken. Ik woonde samen met mijn broertje Toos, die eigenlijk Rik heet maar die we na een gordelroos infectie Toos zijn gaan noemen. We hoorden een paar doffe klappen, hij ging kijken en stond oog in oog met een man die een deur in de hal met grof geweld intrapte. Toos is een grote vent, die met zijn werk in de hulpverlening niet snel ergens van opkijkt. Deze avond schrok hij zich een ongeluk. Ik zag dat hij het verborgen probeerde te houden omdat Toos als geen ander weet dat ik (zijn 'grote zus') besta uit een kleurrijk palet van angsten en fobieën. De meeste irreëel en onschuldig zoals muizen, gaten en kieren, onbekende afvoeren, ratten, gele plakken en blokjes kaas, vierkante plakken vleeswaar, het verkeer, kuipjes boter, smeerworst, autorijden, hoogtes, dieptes, bergingen, kelders, pleisters en stickers. Een bescheiden greep uit mijn vrezen-assortiment. Toos en ik sloten ons op in mijn slaapkamer waar we wachtten tot de politie kwam. Daarna durfde ik een lange tijd niet alleen thuis te zijn.
De tweede keer werd er een vrouw mishandeld. Midden op de dag ving ze harde klappen van een ex, die haar achter een auto opwachtte en overviel. Wekenlang fietsten er politiesurveillanten door de straat. Soms fietsten ze een stukje met me mee. De derde keer werd ik lastig gevallen door een verwarde man. Hij stuurde me berichten via alle mogelijke manieren, belde me en liet minutenlange onsamenhangende voicemails achter en hij achtervolgde me onder het mom van 'hey dat is toevallig' naar de supermarkt. Ik was inmiddels zo bang dat ik zelfs overdag enkel bellend met mijn geliefde over straat durfde. Als me onderweg iets zou overkomen zou hij het horen en de politie bellen. Die wisten wat er gaande was, maar konden op dat moment nog niks concreets voor me doen omdat het lastigvallen 'nog geen echt dreigement' was. Ik deed een cursus zelfverdediging en weet nu hoe ik een man van twee meter moet vloeren.
Lees ook: Malou: 'Zij is verliefd op zowel haar vriend als haar vriendin'
De komende tijd ben ik banger dan normaal. Voor alles, maar vooral de irreële gekke dingen. Zo werkt dat met fobieën: er gebeurt iets, datgene peutert oude wonden open en de stoornis heeft weer vrij spel. Het labyrint van fobieën heeft de poortdeuren geopend. Gelukkig lukt het me er steeds rustiger doorheen te wandelen. Of ik de uitgang ooit vind weet ik niet. Maar hardop zeggen dat je soms doodsbenauwd bent helpt.
Een beetje.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.