Column: Het zware leven van mijn klotebuurman
Malou schrijft over de schoonheid van het leven met alle vieze randjes die daarbij horen. Niet zoals het staat afgebeeld op haar Instagram account: zoet en onbesmet, maar met alle gebreken en mislukkingen. Leve het ongemak, weg met de schaamte.
Eerder schreef ik al over mijn buurman. Hij haat alles wat neukt en ademt, iets waar ik zo veel mogelijk rekening mee probeer te houden. Ademen doe ik daarom alleen als het écht nodig is. Hij staat vaak voor de deur. Met stoom uit zijn oren galt hij dan plat Amsterdamse scheldwoorden mijn woonkamer in en vertelt hij over zijn onregelmatige werktijden. Ploegendienst is hét voorstadium van de hel, aldus deze vleesgeworden hoop frustratie.
Hij is een kruising tussen Johan Cruyff en een Jehova’s getuige. Tweebenig en razendsnel manoeuvreert hij zijn voeten tussen mijn voordeur, ongevraagd komt hij binnen.Mijn buurman heeft een heel zwaar leven. Brigitte Kaandorp schreef er een liedje over, een nummer dat hij ronduit kut vindt. Dat ligt niet aan Brigitte. Van al mijn muziek krijgt hij de zenuwen en de tyfus, althans dat denk ik, omdat hij het steevast tyfusmuziek noemt.
Lees ook: column Malou Holshuijsen: een kater, een kokosnoot en Duitse dreadlocks
Wanneer ik voor het middaguur een stofzuiger door mijn woonkamer jekker vraagt hij zich hardop af wie er verantwoordelijk is geweest voor mijn mislukte opvoeding.
‘Jouw moeder was het niet,’ antwoordde ik laatst.
‘Jij praat godverdomme niet over mijn moeder!’ antwoordde hij.
Wéér iets wat niet mag.
Fietsen moeten van mijn buurman allemaal in het fietsenrek, iets wat - als er genoeg fietsenrekken zouden zijn - niet te veel gevraagd is. Helaas, wonen mijn buurman en ik in Amsterdam, waar vrije fietsenstallingen net zo zeldzaam zijn als neukende panda’s. Gelukkig voor mijn buurman komen die hier niet voor, want neukende panda’s schijnen pas echt veel herrie te maken. Fietsdomino, dat vindt hij écht leuk. Dan geeft hij een zetje aan een ‘fout’ gestalde fiets en lazert de hele rij om. Soms maak ik er een Instagramfilmpje van en post ik het met een emoticon van een middelvinger. Dat vind ik dan weer leuk.
Vanavond vier ik mijn verjaardag, iets wat ik hém persoonlijk aandoe, vertelde hij mij vorig jaar. De vraag is dan ook niet óf, maar hoe laat hij klagend en witheet binnenstormt. Aan originaliteit van zijn kant is vaak geen gebrek. Van pleuris tot tering, elke keer verrast hij me met een ander bijvoeglijk naamwoord. Ik zit eraan te denken hém vanavond op mijn beurt te verrassen, door mijn gasten te vragen om zich, bij het horen van mijn deurbel, te verstoppen in mijn woonkamer. Is de man eenmaal binnen en klaar voor zijn monoloog, dan zal iedereen tevoorschijn springen en heel hard ‘SURPRISE’ roepen.
Misschien is er confetti.
Misschien durf ik het.
Lees hier meer columns van Malou Holshuijsen.