Malou Holshuijsen: Ammehoela
Malou Holshuijsen (31) schrijft over de schoonheid van het leven en alle mislukkingen die daarbij horen. Elke vrijdagnacht van 2 tot 5 uur presenteert ze op Radio 1 het programma De nacht van de radio. Sinds augustus schrijft Malou een maandelijkse column in &C.
Ik ga uit eten met mijn broertjes Koen en Toos, waarvan Koen echt Koen heet en Toos eigenlijk Rik, maar na een gordelroosinfectie is omgedoopt tot Toos Gordelroos, afgekort gewoon Toos. We hebben afgesproken in een nieuw ‘hippig’ Amsterdams restaurant. Koen en Toos zijn een tweeeiige tweeling en lijken niet op elkaar, maar wél op mij. Gooi ons in een blender, geef het borsten, maak er nieuwe poppetjes van et voilà, je hebt een identieke eeneiige drieling. Dat de melkboer hier niet aan te pas is gekomen staat als een paal boven water.
Lees ook: Tim den Besten: 'Ik ben gewoon te simpel om vegetariër te zijn'
Het is te lang geleden dat dit platonische trio elkaar heeft gezien, wat zich bij aankomst uit in een chaotisch heen en weer van zinnen en kussen. ‘Hippig’ in Amsterdam betekent dat je zomaar bij vreemde mensen aan tafel gezet kunt worden, ook al heb je gereserveerd voor drie. Daarom zitten wij met nog één andere meneer aan tafel. ‘Dat is Zuid-Afrikaans,’ weet het meisje in de bediening ons te vertellen. ‘Ik hoop Zuid-Afrika na 1990? Anders ben ik weg,’ zegt een helft van de tweeling met een stalen gezicht. Het meisje begrijpt zijn historisch geëngageerde grap niet. De meneer die het genoegen heeft naast ons te eten, spuugt een beetje bier over tafel omdat hij moet lachen. ‘Sorry, deze vond ik erg gevat,’ proest hij. Met deze woorden heeft hij mijn beestachtige broertjes gevoed voordat we überhaupt een hap hebben gegeten.
‘Goeie tieten in dat jurkje, zus,’ merkt ei één op en ei twee vraagt of dit niet hét jurkje is dat ik wel aan, maar nooit meer uit krijg. ‘Daar kwam je toch op die bruiloft achter toen je het per ongeluk in de plee liet hangen?’ Weer spettert er buurmanbier over tafel. Het is inderdaad dát jurkje. Heel strak van boven met een wat lossere uitloop. Sexy en zwart-wit, dat ik inderdaad droeg op een trouwerij van semivrienden. Ik herinner me de taxirit van de bruiloft naar huis om een andere outfit aan te trekken, omdat ‘eau de Glorix’ niet geapprecieerd werd door de andere gasten. ‘Wc-eend staat niet op het menu,’ had de ceremoniemeester gezegd. De ceremoniemeester was een lul en droeg een te groot pak. Dat laatste slikte ik in. Ik herinner me ook hoe ik met schaamrood op mijn kaken de wachtende taxichauffeur moest vragen me te helpen met het uittrekken van mijn haute toilette-couture. De rits in dit jurkje is ontworpen voor mensen zonder ribben en een ruggengraat van elastiek. Of mensen met partner. ‘Omdat ik weet dat jullie blijven logeren kon ik ’m weer eens aan,’ zeg ik, waarop het satanische duo elkaar aankijkt en nee schudt. ‘Dát kun je vergeten zuster,’ zegt Toos. ‘Je jurk lijkt trouwens op een mergpijpje,’ zegt Koen.
Lees ook: Georgina Verbaan: Tegenstrijdige adviezen
Er worden biertjes op onze tafel neergezet, maar mijn drankje ontbreekt. ‘Je vergeet haar witte wijn,’ zegt Koen tegen het meisje. ‘Sorry,’ zegt ze. ‘Noem je haar nou sloerie?’ vraagt Toos. ‘Sorry,’ zeg ik tegen het meisje. ‘Malou, doe effe normaal,’ zegt Koen. Het meisje komt terug met mijn witte wijn en een Zuid-Afrikaans drankje van het huis, dat door het duo wordt omschreven als alcoholische geitenmelk met Listerine. ‘Het is een Zuid-Afrikaanse likeur. Het heet Amarula,’ legt ze uit. ‘Ammehoela,’ zegt de meneer naast ons, waarna we het meisje om een doekje moeten vragen om de tafel droog te vegen.
Deze column verscheen eerder in magazine &C 8, 2018