Cesar: 'Ja, er liggen al pepernoten in de schappen. Nou en?'
Cesar Majorana is een bad bitch met een angst voor het universum. Hij presenteert tv-programma's en schrijft voor &C over typische millennial-issues. Deze week: over krokante deegballetjes die we eten als de economie dat wil. Pepernoten dus.
De economie is een soort stille, onberekenbare kracht in de wereld. Je kunt het vergelijken met het weer. Ik ken oude mensen die over regen zeggen: ‘Je ziet aan die wolk dat het gaat donderen straks.’ En vaak gaat het dan ook donderen. Maar toch lijken die mensen mij een soort goochelaars. Ze doen magisch met grip op ongrijpbare krachten boven ons.
Door global warming zeggen mensen steeds vaker: ‘Het is wel lang warm hè?’ En naarmate de maanden verstrijken, verandert die zin in: ‘De pepernoten liggen al vroeg in de winkel hè?’ Op zulke opmerkingen moet je overdreven instemmend reageren. Zeg iets als: ja, ze liggen er steeds vroeger. En doe alsof het een soort complot is van de pepernotenindustrie om ons het sinterklaasfeest al in mei te laten vieren. Mensen willen nou eenmaal graag dat het lijkt alsof iets of iemand, desnoods de Sint, de touwtjes in handen heeft.
Lees ook: Cesar Majorana: 'Alleen nepvrienden sturen je een tikkie'
De realiteit is dat vrijwel niemand touwtjes in handen heeft en – als er überhaupt touwtjes zijn – ze in de grijpgrage, gore plakhandjes van de economie liggen. De economie bepaalt dat pepernoten seizoensgebonden zijn en dus vanaf de herfst de schappen vullen. De economie bepaalt dat regenjassen in de winter duurder zijn. De economie bepaalt dat vulploegmedewerkers, die de supermarkt letterlijk voorzien van spullen, minder verdienen dan aandeelhouders die... ja, wat voor werk doet een aandeelhouder eigenlijk?
Goed. De economie stuurt ons leven en wij huppelen erachteraan met supermarktmandjes en nieuwe smaken hummus, waarvan we denken dat we ze zelf kiezen, maar die voor ons zijn uitgekozen. De economie houdt ons zoet met de vrijheid om te klagen. Bijvoorbeeld over die pepernoten en hoe ze in de schappen liggen. Terwijl je die deegbolletjes koopt (of niet), kun je doen alsof jouw rol in de economie zinvol is.
Of pepernoten nou wel of niet té vroeg in de winkel liggen (voor mijn part verkoop je ze gewoon het hele jaar door), in de hele pepernotendiscussie – die dit jaar eerder begon dan de pietendiscussie – merk je hoe belangrijk mensen het vinden dat er regels zijn waar de economie zich aan moet houden. Pepernoten liggen niet in de winkel voordat de sint verschijnt, geen oranje tompoucen tenzij Koningsdag nadert. Die regels zorgen voor vertrouwen. Het gevoel dat de dingen gaan zoals ze horen te gaan. Het zijn onze zoethoudertjes die zeggen: deze wereld is geen ongeorganiseerde bende.
Lees ook: Cesar Majorana: 'De drang naar verfijning is mijn achilleshiel'
Dus zodra een filiaalmanager overijverig besluit medio augustus al de pepernoten in de schappen te leggen, barst die realiteit voor veel mensen. In die lange weken voor november heeft iedereen een kleine scheur in zijn wereldbeeld. Waarom gelden de regels niet? We lopen collectief langs het schap met strooigoed en doen alsof het een glitch in de matrix is. Want een betere uitleg voor het feit dat ergens in Nederland een man met inkoopmachtiging pepernoten wil verkopen, is er niet. Het is de economie. De donderwolk van ‘geld’ en ‘verdienen’.
De volgende keer dat ik twijfel aan de economie grijp ik een zak pepernoten vast. Het bewijst ons: niks hoeft echt logisch te zijn, niemand heeft de touwtjes in handen. We eten krokante deegballetjes als de economie dat wil. Het komt en gaat. Zoals de wolken.
Cesar is op dit moment op zomervakantie. Je leest hier zijn leukste eerder verschenen columns.
Lees hier meer columns van Cesar Majorana.