Column: 'Netwerkfreaks zijn de ratten van de samenleving'
Cesar Majorana is een bad bitch met een angst voor het universum. Hij presenteert tv-programma's en schrijft voor &C over typische millennials issues. Deze week was hij in Cannes waar hij te grazen werd genomen door netwerkfreaks.
Wat doe jij, als iemand zich zomaar aan je voorstelt?
Wat doe je, als iemand op je afloopt, ‘hoi, ik heet Frederik en dit is mijn kaartje’ zegt, dan je hand vastpakt en begint te schudden? Schud je gretig? Loop je weg? Glimlach je, alsof je net een hete bitterbal in je mond bewaart?
Lees ook: Column: Roken is alleen cool als je voor supermarkten hangt
Als je voor dat laatste kiest, dan lijk je op mij. Ik ben deze week op het filmfestival in Cannes en ben al dertig keer te grazen genomen door de netwerkfreaks.
Cannes is een stad waar − tijdens het filmfestival − mensen met visitekaartjes op je afrennen alsof je een koud glas water bent na veertig droge nachten in de Sahara. Ik ben hier om een serie voor VPRO cinema op te nemen, maar word hier dagelijks begroet alsof ik net vrijkom na een lange gevangenisstraf. Wie die mensen zijn? Het zijn geen fans, die heb ik niet. Het zijn de netwerkfreaks.
Netwerkfreaks zijn mensen die per minuut dertien andere mensen willen ontmoeten. De netwerkfreaks begeven zich onder ons in de maatschappij en zouden voor de juiste ontmoeting hun eigen familie nog tot prostitutie dwingen. Ze zijn altijd op zoek naar het volgende visitekaartje. Altijd onderweg naar de volgende handdruk.
Ikzelf ben nu tweeëntwintig en ik weet nog steeds niet of ik mensen haat, of simpelweg tolereer. Kun je ook mensen haten en wél met ze praten? En als je alle mensen haat, haat je dan jezelf ook? Zeker wanneer je aardig gaat doen?
Op het eerste feestje dat ik bezoek in Cannes is het meteen raak. Een vrouw begint mijn jas te aaien en zegt: ‘Ik wil hem stelen.’ Dat is de eerste regel in het handboek van de geile smalltalkers: ze openen het liefst met een compliment, want daar scoor je punten mee. En punten scoren is de sleutel tot netwerksucces.
Je kunt punten scoren met beloftes: ‘O, ik kan je wel in contact brengen met...’
Je kunt ook punten scoren met wijsheden als: ‘Je moet voortaan...’ In beide gevallen ben je meestal een lul.
Mensen die goed zijn in smalltalk zijn namelijk buitenaards. Als ik me op mijn gemak voel bij een vreemdeling, begin ik meteen over mijn trauma’s, niet over wat voor werk de ander doet. Dat zijn wedstrijdgesprekken voor mensen die in een race zijn.
Gesprekken voer je niet voor de winst. Doe je dat wel, dan ben je een netwerkfreak en netwerkfreaks zijn de gore, gifdrinkende ratten van de samenleving. Ik ben er klaar mee.
De volgende keer dat iemand me een kaartje aanbiedt, geef ik er eentje terug. Daarop staat dan een valse naam en het telefoonnummer van een goede therapeut.
Lees hier meer columns van Cesar Majorana