Column: nooit meer vrijwillig de sneeuw in
Cesar Majorana is een bad bitch met een angst voor het universum. Hij presenteert tv-programma's en schrijft voor &C over typische millennial issues. En over zijn eerste keer wintersport.
Deze week ging ik voor het eerst op wintersport. Dat is een grote gebeurtenis, want als half-Cubaans, half-Italiaans kind hebben mijn ouders mij nooit iets verteld over wintersport. Blijkbaar bestaan er mensen, die niet huilen als de kou pijn doet aan hun gezicht. Hoe dan? Ik dompelde mijzelf onder in de wereld van skipistes en thermo-ondergoed. Spoiler: ik vond het saaier dan het aanvraagproces van een DigiD-wachtwoord.
Wintersport is wanneer mensen naar een koude plek gaan om zich warm aan te kleden. Het doel van wintersport is om meerdere malen van een berg af te glijden. Dit gebeurt meestal op ski’s, want een snowboard is moeilijker af te remmen (en snel glijden is niet het doel).
Lees ook: 'Ik ben Cesar en ik koop geurkaarsen'
Het idee om van een berg te gaan glijden kwam van mijn vriendin. Zij is als klein kind geïndoctrineerd met wintersportcultuur en kan daarom skiën alsof ze een botermes hanteert. Ze maakt met verve bochtjes, kringetjes en scherpe hoeken. In mijn gedachten is zij een soort olympische skiër en dat vind ik sexy. Nog aantrekkelijker dan een avondjurk of decolleté is immers talent. Vrouwen met talent stelen mijn hart... en blijkbaar mijn vakantiebesteding, want opeens stond ik zelf boven op de piste. Aan mijn voeten gebonden zat een snowboard. Dat leek me, na een proefles, het leukste.
‘Glij maar gewoon,’ zei mijn vriendin.
‘En dan?’ vroeg ik.
‘Dan sta je beneden en gaan we nog een keer.’
Dat vond ik nergens op slaan. Ik werd ronduit pissig. Hoezo, van de berg af glijden om vervolgens weer helemaal de berg op te gaan? En wat nou als ik val? Wij millennials hebben geen spaargeld, noch een uitgebreid verzekeringspakket.
‘Als ik mijn nek breek kan ik nooit meer geld verdienen en verhonger ik.’
Mijn vriendin liet me klagend achter. Dat was geheel terecht. Snowboarden, en het ellendige vallen als beginner, had van mij een klein angstig kind gemaakt. Dat kon niet zo blijven.
Met tegenzin begon ik te glijden. Ik fantaseerde over een skigebied in de hemel, waar je gemotiveerd werd om naar beneden te glijden met onbeperkt Jägermeistershots, gratis proefverpakkingen chips en misschien ook met strippers. Beneden stond nu alleen een verlaten restaurant, waar de chef vooral talent had voor het smelten van kaas. Blijkbaar zijn mensen die wintersporten gek op gesmolten kaas.
Eenmaal bij het kaasrestaurant was mijn woede tot een kookpunt gekomen. Beneden lag er inderdaad geen traktatie. Ik vluchtte het restaurant in, bestelde in mijn beste Frans une bouteille de vin en dronk tot ik duizelig werd. Een paar uur later arriveerde mijn vriendin. ‘Je hebt eindelijk iets te doen gevonden? Zie je nu wel dat wintersport leuk is.’ Ze legde haar ijskoude hand op de mijne en ik bevroor langzaam.
Ik durfde het toen niet te zeggen, maar ik ga nooit meer vrijwillig de sneeuw in. Terug in de hotelkamer besloot ik mijn nieuwe DigiD-wachtwoord aan te vragen. Dan ben ik er maar vanaf.
Lees hier meer columns van Cesar Majorana.