Column: 'Ga niet naar afterparty’s, ga gewoon naar huis'
Cesar Majorana is een bad bitch met een angst voor het universum. Hij presenteert tv-programma's en schrijft voor &C over typische millennials issues. Vandaag geeft Cesar een gouden tip. Gratis en voor niets.
Afgelopen week was ik op een afterparty. Ik heb daar eigenlijk een hekel aan. Ik ga nooit naar afterparty’s. Ik ga meestal gewoon naar huis.
Op een afterparty wordt namelijk altijd pijnlijk duidelijk dat het echte feest gepasseerd is. Ik kan je garanderen: het woord party heeft niks te maken met afterparty. Een beetje zoals potloodventer niets met potlood te maken heeft.
Lees ook: Column: Beffen is leuker dan pretparken en foodtrucks.
Meestal worden afterparty’s gehouden bij iemand thuis, waar de inboedel al de nodige afterparty’s heeft doorstaan. Daar, op de bank, mag je dan twintig minuten wachten tot je aan de beurt bent voor wat drank en drugs. Vervolgens start een nieuwe ronde en mag je weer wachten. Mensen voeren er graag gesprekken over het gemis van hun hamster.
In de hoek pakt iemand een gitaar. Er is niets te eten. De mensen ruiken naar teleurstelling. Gaat er nog een bus? Waar is je fiets? Liever was je thuis in bed. Nu zit je hier te luisteren naar een mislukte cover van Oasis’ Wonderwall.
Er begint een jongen met me te praten: ‘Ik voel gewoon dat er écht iets voor mij is - ik heb talent.’ Ik reageer quasi geïnteresseerd. Op dezelfde manier als je tijdens een kerstfeest doet, als je tante begint over haar bridgeclub.
‘Wat voor talent heb je dan?’ vraag ik. ‘Nou gewoon, ik wil echt iets doen ermee. Ik denk dat ik een goed YouTube-kanaal zou kunnen hebben. Iets in de media. Weet ik veel.’
Het is pijnlijk om je te beseffen dat alle kinderen die na 1993 geboren zijn, beroemd willen worden, maar het is zo.
Ik kan het weten. Ik ben geboren in 1996 en heb, zoals velen, de coole bedrijven waarvoor ik werk in mijn Instagram bio staan. Deels ontleen ik mijn zelfbeeld aan die bio. Als je mij volgt op @CesarForever (tip!) zie je vanzelf dat ik druk bezig ben met een charmant imago, van ‘jonge maker in de grote stad’.
Ik treed in mijn raadgevende modus. Als ik dronken ben speel ik altijd een soort mislukte Dr. Phil. ‘Het is niet moeilijk. Je kunt gewoon beginnen iets te maken. Start een YouTube-kanaal, post je grappige zelf op Instagram. Ga iets maken.’
Wat ik probeer duidelijk te maken: niemand geeft een fuck om je talent. Het is jouw verantwoordelijkheid om grote plannen te maken en ze uit te voeren.
‘Ja maar, ik heb geen goede camera,’ antwoordt de jongen.
Ik doe alsof ik hem niet hoor en praat verder. ‘Als je het wilt maken als jongere in de mediawereld moet je kilometers rennen, weinig rode wijn drinken en niet te veel bezig zijn met ijdelheid. Die sponsorkleding en pr-feestjes hebben niets te maken met je ambacht. Ga nachten doorwerken en focus je niet op ideeën maar op het uitwerken ervan.’
De jongen spreekt inmiddels iemand anders aan. Ik hoor hem weer beginnen over hoe graag hij in de tv-wereld wil werken. Ik tik hem aan.
‘Nog één advies: ga nooit naar afterparty’s. Ga gewoon naar huis.’
Daarna pak ik mijn jas.
Lees hier meer columns van Cesar Majorana.