Onze samenleving eert graag uitvinders en ik vind dat meestal onzin. We eren Steve Jobs voor het uitvinden van Apple (en vergeten zijn compagnon Steve Wozniak). We eren Marie Curie voor het ontdekken van radioactiviteit (en laten achterwege dat die uitvinding een pijnlijke dood opleverde). We zien ideeën als een religie en uitvinders zijn onze goden.

Lees ook: Cesar: 'Het komt allemaal door dat woord: slaapmutsje'

Nieuwe uitvindingen lijken daarmee een soort winst voor de wereld, maar wie wint er eigenlijk écht bij nieuwe uitvindingen? Hoe vaak komt er niet iets op de markt waarvan je denkt: whatever vriend!? De wereld doet mij verlangen naar een superkracht om dat op te lossen. Als de CIA mij morgen belt voor experimenten op mijn lichaam en ik een superkracht mag kiezen, dan hoef ik niet onzichtbaar te zijn. Ook kunnen vliegen laat mij koud. Mijn ideale superkracht zou on-uitvinden zijn. De kracht om dingen die uitgevonden zijn weer ongedaan te maken.

Ik zou een heleboel dingen on-uitvinden. Te beginnen met het beroep aandeelhouder (zoek een echte baan), energiedrankjes van 20 cent (vergif), de farmaceutische industrie (medicijnen mogen geen verdienmodel zijn), dieetshakes die door influencers worden verkocht (domme laxeermiddelen) en ook smartwatches (koop een normaal horloge) en budgetvliegmaatschappijen (jullie zijn het klimaatprobleem).

Als deze dingen konden verdwijnen zou de wereld er beter van worden. Ik zou de coolste superheld op aarde zijn.

Want geef toe, deze wereld puilt uit van de uitvindingen. Een toevoeging daaraan is tegenwoordig meer een ijdele daad dan een nobele. We kunnen eindeloos nieuwe smaken ijs uitvinden, maar hebben we er niet genoeg? Die twintig smaken hummus die de supermarkt ons aanbiedt, hebben we niet nodig. Dat nieuwe Apple-product in je huis is niks anders dan een dure manier om er de komende twee jaar weer bij te horen.

Zo zijn er talloze voorbeelden die illustreren dat innovaties ons in de vingers snijden. Neem bijvoorbeeld die afschuwelijk neergestorte Ethiopische Boeing 737. Dat gebeurde wegens een nieuwe versie van een noodlandingssysteem. Een nieuwe uitvinding waar luchtvaartmaatschappijen geen rekening mee hadden gehouden. De uitkomst was fataal.

Lees ook: Cesar: 'Rijk zijn is de oplossing voor alles'

Of neem Uber-concurrent Lyft die aankondigde hun taxi’s  op vaste routes te rijden. Een soort spectaculair asociale manier stadsbussen privaat te maken. Amerikanen zijn daar meesters in. Dankzij de hypergeile startup-economie in Silicon Valley worden er elke dag uitvindingen gedaan die niets betekenen. Puur voor de lucky shot kans op gigasucces en oneindige investeerders-cash.

Ik vraag me daarom steeds vaker af: moet alles wel uitgevonden worden? Het antwoord op die vraag is: waarschijnlijk niet.


Lees hier meer columns van Cesar Majorana.