Carmen: 'Mijn ouders zeiden niet 'volg je dromen!''
Carmen Felix (34) is freelancejournalist, fervent twitteraar en schreef het boek Je kunt het ook nooit goed doen. Ze is onlangs moeder geworden van dochter Vesper. Elke maand schrijft ze een column voor &C Magazine. Deze keer over kappen met uitstellen (en op safe spelen).
Als jullie dit lezen, ben ik als het goed is onlangs van 'baldadige dertiger met een mening' naar 'kersverse moeder' gegaan. Dat voelt raar om te typen. Maar kom op, ik heb negen maanden gehad om me op deze identiteitswissel voor te bereiden. In elk geval, nu ik moeder ben, denk ik opeens na over saaie dingen als opvoeding en vraag me af: shit, hoe deden m'n ouders dat?
Lees ook: Carmen: 'Plannen is ook af en toe roepen: 'Morgen gaan wij neuken!''
Mijn vriend en ik zaten een tijd terug op een terras en vroegen elkaar wat we allemaal radicaal anders wilden doen dan onze ouders. Ik kon eerlijk gezegd niet extreem veel bedenken: 'Ik heb het eigenlijk wel prima gehad,' vertelde ik. Natuurlijk, toen ik vijftien was dacht ik daar heel anders over, maar in retrospect hadden mijn ouders echt wel een punt.
Wat ik vooral zo leuk aan ze vind en vond: ze zijn broodnuchter. Ik weet dat het een ding is om tegenwoordig je kinderen op te voeden met de notie 'volg je dromen', 'je kunt alles worden wat je maar wil', 'reach for the stars' en dat soort bullshit. Mijn ouders hebben dat soort pathetische Instagramwijsheden gelukkig nooit in de mond genomen. In huize Felix was het altijd 'alles wat je wil hebben vereist hard werken', 'regel eerst maar een fijne back-up zoals een diploma, opleiding of buffer voor je rare dingen doet' en – eentje waarmee ik werd doodgegooid – 'eerst school, dan vriendjes!
'Klinkt saai, calvinistisch en heel erg Hollands, maar eigenlijk heeft het prima voor me gewerkt. Toegegeven, ik heb nooit heel wilde dromen of bizarre ambities gehad. Dat voelt bijna uncool om hardop te typen. Hoewel? Als ik anderen vertel dat ik graag extreem comfortabel wil leven en maximaal twee à drie dagen wil werken en hopelijk nooit meer onder een systeemplafond ga zitten, worden hun ogen behoorlijk groot. Alsof ik net heb verteld dat ik een surfschool ga openen op Vanuatu. En toch, wat nou als dat mijn droom is: gewoon een voortkabbelend leven leiden vol horecabezoekjes, dutjes, bingesessies op de bank, vakanties en een minimale workload? Dan doe ik dat toch lekker?
Lees ook: Carmen: 'Meer schijt zou welkom zijn'
Van mijn ouders heb ik hun zegen. Die hebben tenslotte nooit iets tegen dromen najagen gehad. Zelfs niet als ze zo weinig ambitieus zijn als de mijne. 'Groot gelijk,' ik hoor het mijn moeder al zeggen. Dromen hoor je niet in de koelkast te zetten, je zorgt gewoon dat je in die koelkast altijd iets saais hebt staan om op terug te vallen. Een bak kliekjes bijvoorbeeld. Gewoon voor als je dromen bedorven blijken te zijn. Of gewoon niet zo lekker als je had gehoopt.
Prima instelling, als je het mij vraagt en ik ga 'm ook zeker van ze jatten voor m'n eigen dochter: 'Meid, van mij mag je alles najagen in de wereld, mits er een leuke basis op je wacht waar je altijd op kan terugvallen.' Als ze maar drie keer nadenkt voordat ze een surfschool opent op Vanuatu. Is die eilandengroep niet aan het zinken?
Deze column komt uit het septembernummer van &C 'Nu of nooit', dat nu in de winkels ligt en hier te bestellen is.