Na een maand ben ik wel klaar met uit een muffe trolleykoffer leven
Carmen Felix (35) is freelancejournalist, fervent twitteraar en schreef het boek Je kunt het ook nooit goed doen. Ze is onlangs moeder geworden van dochter Vesper. Elke maand schrijft ze een column voor &C Magazine. Deze keer over het fenomeen verhuizen naar het buitenland, en waarom ze dat nooit zou doen.
Van die Grenzeloos verliefd- en Ik vertrek-types? Ik heb ze nooit begrepen. Begrijp me niet verkeerd, ik lééf voor regelmatig het land ontvluchten en het liefst elk kwartaal een paar dagen (of weken) in het buitenland doorbrengen. Mijn hobby is tenslotte 'op vakantie gaan'. Ik kan onwijs genieten van het uitpluizen van een nieuw land, een nieuwe stad of nieuwe regio al voordat ik er überhaupt ben geland. Ik wil níks missen, de mooiste plekken zien, het échte leven aldaar proeven, alsmede het beste, lokale eten natuurlijk.
Lees ook: Hoe voorkom je dat je zo'n overbezorgde k*tmoeder wordt?
En toch heb ik er nooit werk van gemaakt om voor langere tijd naar een ander land te verhuizen. Iets in mij schreeuwde elke keer: ga je spijt van krijgen! en: niks voor jou, joh! als ik weleens flirtte met het idee om een paar maanden in het buitenland te gaan wonen. Ik denk dat het idee van me settelen op een plek die honderd procent fun, tijdelijk en oppervlakkig hoort te blijven, me toch nooit helemaal wist in te pakken. Ik raak ook snel verveeld op plekken die niet thuis zijn. Zo ben ik nooit langer dan een maand op reis geweest, gewoon omdat ik na een maand wel klaar ben met uit een muffe trolleykoffer leven. Ook als student ging iedereen en z'n moeder een halfjaar in het buitenland studeren (neuken en drinken, laten we wel wezen). Ik deed datzelfde liever gewoon in het comfort van m'n eigen land en spaarde (leende maximaal bij DUO) eerder voor een iets kortere, luxere vakantie. Nee, voor mij geen intercultureel liefdesverhaal, vertiefde bouwval of gap year in het buitenland dus.
Ik ben ook iemand die meteen afhaakt als mensen te veel klagen over hoe verschrikkelijk slecht we het in Nederland hebben. En nee, dat bedoel ik niet op een 'wat leven we toch in een gaaf land'-manier zoals Mark Rutte. Breek me de bek niet open over Mark Rutte. Er zijn genoeg etterende wonden waar we in dit land aan moeten werken. Maar, ik zou nergens liever willen wonen. Alles is nou eenmaal relatief goed geregeld hier, als je bovenaan de burgerhiërarchie staat. Natuurlijk, als je pech, pigment of een rotdag hebt, kun je elk moment van de dag genaaid worden door de politie, belastingdienst, de FvD'ers in je straat of dat Franse bakkertje dat 3,80 euro voor een croissant vraagt, maar om daarom nou een ezelboerderij in Venezuela op te gaan zetten? Nee, bedankt.
Lees ook: Doei, ik ben weg: waarom lonkt dat buitenland zo?
De glans van een prachtige bestemming gaat eraf zodra je er (semi)permanent gaat wonen. Je moet je opeens inschrijven, er wordt van je verwacht dat je de taal spreekt, je bevindt je opeens vaker in een lokale bouwmarkt dan op een boulevard, de mensen in dat leuke koffietentje zijn stukken minder behulpzaam nu ze zien dat je op zoek bent naar de lokale Aldi in plaats van achttien euro komt uitgeven aan hun lokale gebakjes, de mannen blijken massaal allergisch voor deodorant en alle appartementen die je bezoekt hebben rolluiken en plavuizen. Wil je de magie van een prachtig, exotisch land echt verpesten door er te gaan wonen? Nee, ik pas.
Verder lezen? Het hele verhaal vind je in &C's julinummer 'Reis ver, duik diep, kom terug' dat nu in de winkels ligt en verkrijgbaar is via de &C webshop.