Carmen: 'Ik was ervan overtuigd dat ze was gestorven in d'r autostoel'
Carmen Felix (35) is freelancejournalist, fervent twitteraar en schreef het boek Je kunt het ook nooit goed doen. Ze is onlangs moeder geworden van dochter Vesper. Elke maand schrijft ze een column voor &C Magazine. Deze keer over haar intuïtie en waarom ze die soms liever niet vertrouwt.
Ik zou heel graag willen zeggen dat ik vaak kan rekenen op mijn gevoel, op mijn intuïtie. Helaas valt dat vies tegen bij mij. Waar je anderen vaak indianenverhalen hoort prevelen zodra het over following your gut gaat, zijn mijn verhalen alleen maar belachelijk. Oké, en als je een klein beetje van de zwarte humor bent: grappig. Mijn 'gut' is namelijk een flinke negativo en geilt behoorlijk op het worstcasescenario.
Wat dat precies inhoudt? Mijn gevoel schat dingen bijna altijd veel te negatief in. Noem het een mechanisme om mezelf te besparen van écht erge uitkomsten of een zwartgallige inborst, soms is het handig, maar meestal niet echt. Beter gezegd: ik ben nu 35 en als ik alle afgelopen jaren wat vaker mijn zogenaamde intuïtie had gevolgd, was ik nu waarschijnlijk moederziel alleen, berooid, angstig en misschien wel kassiewijle.
Lees ook: Sigrid ten Napel: 'Ik keek hem aan en was op slag verliefd'
Mijn intuïtie is namelijk echt een grote aansteller, een echte dramaqueen. Mijn gevoel zegt me bijvoorbeeld minstens één keer per maand dat ik ongeneeslijk ziek ben. Ik heb meerdere keren bij mijn huisarts aangeklopt omdat ik dacht dat ik een hersentumor had (niet met de verwarming aan slapen), getroffen was door de pokken (allergische reactie, wat doe je eraan?), onvruchtbaar was (moest gewoon een paar maanden langer neuken) en de rode draad is toch altijd: Carmen Felix gaat altijd uit van het allerergste, als ze haar gevoel volgt.
Je zou denken dat het moederschap iets extra's met zich meebrengt, een oergevoel, je moederinstinct. Baby Vesper is op het moment van schrijven drieënhalve maand oud en ik heb echt onder stoelen en banken gekeken, maar dat moederlijke instinct is nog lang niet zo sterk als ik zou willen. Natuurlijk, ik voel vaak aan wat ze wil. Ik herken ook haar huiltjes en weet haar blikken steeds vaker te ontcijferen. Maar als ik mijn échte moederhart (oei, dat woord is echt goed verpest door een bepaald soort vrouw, hè?) had gevolgd, dan, tja... dan zouden ze me bij de telefooncentrale van 112 allang gekend hebben. Niet dat ik van de valse meldingen ben, ik ben gewoon vaak heel erg bang dat ik haar opeens dood in bed vind.
Lees ook: Carmen: 'Die oude, smerige collega dacht dat-ie mij wel kon regelen'
Het klinkt gestoord en ongezond, maar we functioneren steeds beter. Ik ga maar één keer voor het slapengaan bij haar kijken of ze nog ademt. Maar soms breekt die erbarmelijke intuïtie van me weer door. Zo reed ik gisteren in her donker alleen met mijn dochter naar huis en probeerde ik vanachter het stuur met mijn iPhone-zaklamp naar achter te schijnen, waar zij op de achterbank zat, omdat ze zo stil was en ik ervan overtuigd was dat ze was gestorven in haar autostoeltje (niet googelen, dit gebeurt).
Dat is dus mijn zogenaamde intuïtie. Ik vind het maar niks. En ik begin er heilig van overtuigd te raken dat ik een nog veel relaxter leven ga leiden als ik mijn intuïtie wat vaker ga negeren. Het is namelijk nogal een doemdenker. En doem hebben we al genoeg op het moment.
Deze column staat in het maartnummer van &C 'Ik wist het', dat nu in de winkels ligt en hier te bestellen is.