Cesar: ‘Waarom een swapfiets slimmer is dan je denkt’
Cesar Majorana is een bad bitch met een angst voor het universum. Hij presenteert tv-programma's en schrijft voor &C over typische millennial-issues. Deze week een lofzang op de leenfiets.
Het is een gek gezicht. Elk fietsenrek lijkt overspoelt met een soort metalen chlamydia. Overal zie je rode en blauwe swapfietsen. Het zijn fietsen die je in bruikleen krijgt tegen een vaste maandelijkse prijs. Die prijs is hoog en dat zorgt er voor dat je na twee jaar best een prima fiets kunt kopen. Er is een reden waarom je tóch voor de swapfiets kunt kiezen.
Lees ook: Cesar: 'Lieve heer, geef alsjeblieft mijn vertrouwde supermarkt terug’
Want weet je wat zo leuk is aan fietsen? Het fietsen zelf. Niet het fietsbezit, maar de uren op weg naar geliefdes of juist de tocht terug naar huis. Als je fietst met die domme glimlach op je gezicht die je alleen kan hebben als je zojuist bent klaargekomen en je het dons van de dekens nog ruikt. Fietsen is het feestje. Als je daarvoor betaalt en niet voor de verantwoordelijkheid van fietsbezit, dan snap ik dat best.
Ik ken namelijk weinig goede fietsbezitters. Ik ken niemand die om de paar jaar zijn fiets een beurt geeft. Ik ken maar vrij weinig mensen die nog zelf een band plakken. Dat zijn ouderwetse vaardigheden voor mensen die graag bezitten - en bezit is ijdelheid. Zo wilde de generatie van onze ouders per se een eigen auto. Nu zie je de gevolgen daarvan in dagelijkse oneindige files, woonwijken die volgepropt zijn met auto’s en de catastrofale opwarming van de aarde.
Millennials willen geen fiets bezitten, maar gewoon kunnen fietsen. Dat zie je wel aan de hoeveelheid fietswrakken op stations. De meeste van die wrakken zijn ooit gekocht bij zwervers. Het zijn van die aftandse modellen die al tientallen keren zijn gestolen en doorverkocht. Na verloop van tijd zijn dat allemaal brakke fietsen waar niemand voor wil zorgen, zeker niet als de volgende fiets-van-een-zwerver slechts twee tientjes kost. Daarom blijven fietswrakken door de stad zwerven, telkens weer verkocht voor een prikkie aan de volgende achteloze student die denkt: ‘Nu kan ik tenminste weer fietsen.’
Lees ook: Cesar: 'Ik ben klaar om mij door mijn hobby te laten vernietigen'
Een swapfiets is, misschien per ongeluk, de oplossing voor dat probleem. Ja, voor de prijs van het abonnement koop je elke twee jaar een nieuwe fiets, maar het mooie van een leensysteem is dat fietsen veranderen van eigenaar (als je op vakantie gaat voor een paar maanden) en zoveel mogelijk gerepareerd worden door het moederbedrijf (nooit meer twee trappers kopen als je alleen de linker stuk is).
Ik ben sceptisch waar het alle gekke nieuwe bedrijven met bizarre abonnementen betreft. Ik hoef geen groentebox of maandelijkse scheermesjesdienst, maar ik ben een voorstander van leenfietsen. Dat kan inderdaad stukken goedkoper, maar het is maatschappelijk minder duur dan telkens weer een nieuwe fiets kopen.
Lees hier meer columns van Cesar Majorana.