Hanneke: ‘Hoe dik of dun ik ook ben, ik wil altijd 5 kilo afvallen'
Hanneke Hendrix woont met man en kind in een dorp ergens in het Land van Maas en Waal. Ze bracht drie romans uit en zwoer daarna dat ze nooit meer een boek zou schrijven. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en nu heeft ze een contract bij Das Mag Uitgevers. Verder geeft ze les aan de kunstacademie en de Schrijversvakschool, maakt ze hoorspelen voor de radio, maar is ze niet per se gek op grindbakken.
‘Als jij nog op de foto moet, zou ik eens beginnen met ophouden een halve fles ketchup op je boterham te knijpen,’ zegt een collega die ik nog nooit heb gezien.
Althans, ik neem aan dat het een collega is, want op een kunstacademie weet je het natuurlijk nooit. Het kan ook best een student van vijftig zijn. Ze heeft losse, tweedehands ogende kleren aan. Maar dat maakt voor haar niet uit, want ze is erg knap. Vast iemand van de faculteit Theater. Die zien er zelfs in een aardappelzak nog altijd goed uit.
‘Pardon?’ zeg ik.
Ik kijk beteuterd naar mijn brood, waarop inderdaad de kaas bijna niet te zien is door de rooie smurrie.
Lees ook: Hanneke Hendrix: 'Maar goed dat de dochter pit in haar donder heeft'
Ik had net daarvoor in het koffiehok tegen een collega gezegd dat ik binnenkort op de foto moet voor op de achterflap van mijn nieuwe roman. Ik had gegrapt dat ik nu ongeveer een week heb om nog tien kilo af te vallen. De collega die we niet kennen en achter ons in de rij stond voor de koffie had gezucht. Ik snapte dat wel: ik word zelf al moe van mijn geouwehoer, dus dan kan ik niet van vreemdelingen verwachten dat ze enorm met me meeleven als ik weer aan het klagen ben.
‘Nou,’ zegt ze. ‘Ik hoorde je net praten over afvallen. Maar ik vraag me dan af waarom je niet gewoon een salade eet.’
Ja, dit moet iemand van Theater zijn. Ze heeft een vershoudbak bij zich met daarin hüttenkäse, radijs en alfalfa. Ze eet het met een vork.
‘Je moet überhaupt geen brood eten,’ zegt ze.
Ik wil er serieus op ingaan, maar ik doe het niet. Ik glimlach.
‘Wacht,’ zeg ik. ‘Ik ga het even noteren.’
Ik pak mijn agenda.
‘Het is helemaal niet zo moeilijk. Je moet gewoon je gezond verstand gebruiken.’
‘Ja,’ zeg ik. ‘En hoe doe je dat precies?’
‘Gewoon niks eten wat je oma niet als voedsel zou hebben herkend.’
‘Ik denk niet dat mijn oma hüttenkäse en alfalfa als voedsel zou herkennen. Maar goed, ik heb ook heel oude ouders.’
‘Nou ja,’ zegt ze. ‘Bij wijze van.”
‘Het maakt niet uit hoe dun ik ben, ik wil altijd vijf kilo afvallen,’ zeg ik. ‘Dus misschien interesseert het me ook niet genoeg. Niet écht.’
De vrouw zucht. Ze klikt haar bak dicht en staat op.
‘Nou ja, dan moet je het zelf maar weten.’
Lees ook: Hanneke Hendrix: Iets met een banaan
Als ze weg is heb ik het idee dat ik haar gedroomd heb.
Een andere collega schuift aan.
‘Wie was dat?’ vraagt hij.
Ik zeg dat ik geen idee heb.
Dan komt de kantinemevrouw met een doekje langs.
Ze zegt: ‘O, op haar moet je niet letten. Die komt hier iedere dag. Doet altijd alsof ze op de faculteit Theater werkt, maar volgens mij trekt ze gewoon een uitkering. Niks van aantrekken, hoor. Een mislukte acteur. Pas heeft ze iemand van de dansopleiding aan het huilen gemaakt.’
Ik vertel het verhaal. Mijn zojuist aangeschoven collega gruwelt.
‘Wat is het voor boek?’ vraagt de kantinemevrouw.
Ik vertel. De kantinemevrouw kauwt op een tandenstoker en denkt na.
‘Dus niet over een mijmerende schrijver op zijn zolderkamer?’ zegt ze.
‘Nee,’ zeg ik.
‘Dan mag je best een dikke kop hebben,’ zegt ze. ‘Ik koop eerder een boek van iemand die er zo uitziet als jij, dan van zo’n gratenpakhuis.’
Ze groet ons en loopt weer richting het buffet.
‘Zo,’ zegt mijn collega. ‘Bakje hüttenkäse maar doen dan?’
‘Ja,’ zeg ik. ‘Met een stokbrood graag. En ketchup.’
Dan maar met een dikke kop op de foto. Want we weten immers allemaal dat je nooit het advies van een kantinemevrouw in de wind mag slaan.
Hanneke is op dit moment op zomervakantie. Je leest hier haar leukste eerder verschenen columns.
Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.