De Fertiliteitsproblemen-Dooddoener-Bingokaart
Hanneke Hendrix beschrijft de kleinigheden in haar leven als kersverse ouder. En vooral het falen in dat kader of de spreekwoordelijke 'roze muur' waar ze steeds tegenaan loopt.
‘Ik kan me nog wel de tijd herinneren dat jij je kapot ergerde aan ouders die liepen te klagen dat ze zo moe en uitgeblust waren. Dan riep jij dat jij nooit zo zou worden. Wat zeg je me daarvan, vrouwtje Hendrix?’
Ik adem in om wat te zeggen. Ik heb vriendin C. aan de lijn.
‘En nu heb je een Club van Uitgebluste Ouders. Je bent net als die studenten die ingeloot worden bij geneeskunde. Ineens horen ze wél bij de goede groep en zijn ze vergeten hoe het is om in onzekerheid te zitten, de hele dag.’
‘Sorry,’ mompel ik. ‘Ik vergeet dat soms.’
C. en ik zaten eerst in hetzelfde schuitje. Namelijk het schuitje van Geen Kinderen Kunnen Krijgen en naar Het Ziekenhuis Moeten. Zeg maar: de Club van Uitgeruste Mensen. Alleen wist ik dat toen nog niet. Toen was het De Club van Onzekerheid en Verdriet en Onmacht en Vreselijk Nare en Pijnlijke Onderzoeken. Iets dat veel erger is dan een beetje moe op de bank hangen.
Nu doe ik er zelf schamper over, over het ouderschap. Vergeet ik gewoon hoeveel moeite het ons heeft gekost. Vreselijk. Destijds hadden C. en ik De Fertiliteitsproblemen-Dooddoener-Bingokaart bedacht. Daarop hadden we de dooddoeners die we vaak te horen kregen verzameld, en elke keer als één van ons een dooddoener van een vriendin, vage kennis of duffe oom te horen kreeg, mocht er een hokje worden afgestreept. Degene die als eerste een rijtje van vier had, was de winnaar en hoefde niet voor de eerstvolgende lunch te betalen.
Een greep uit de bingokaartuitspraken:
- ‘Het lukt bij jullie heus nog wel. Ik vóél dat.’
- ‘Je moet het gewoon even lóslaten.’
- ‘Bij een bevriend stel van mijn buren lukte het ook jaren niet. IVF en alles. En toen hebben ze het opgegeven. En wat denk je? Na acht jaar? Pats. Zwanger.’
- ‘Weet je wat jij moet doen? Naar een homeopaat/acupuncturist/kruidensjamaan/osteopaat/iets anders heel erg duurs. O, wil je niet? Nou, dan moet je het zelf maar weten. Je hebt het zelf in de hand, hoor.’
- ‘Mensen denken tegenwoordig dat alles maar maakbaar is. Ik vind dat er grenzen aan zitten. Vrouwen willen tegenwoordig alles. Eerst een carrière en een bruisend sociaal leven en daarna óók nog eens een kind. Zo werkt dat niet in de wereld.’
- ‘Gewoon lekker ontspannen. Aan leuke dingen denken. Je moet er gewoon niet teveel mee bezig zijn.’
In die tijd heb ik geleerd dat je alle adviezen die beginnen met ‘Je moet gewoon…’ het beste ‘gewoon’ kunt negeren. Hoe kun je iets loslaten waarmee je elke dag wordt geconfronteerd? Is het niet omdat je pillen moet slikken, spuiten moet zetten of naar het ziekenhuis moet, dan is het wel omdat er ineens overal zwangere vrouwen lijken te lopen. Gek werden C. en ik ervan. Maar ik werd zwanger en C. niet.
Ik verliet het schip en liet haar alleen in het schuitje achter.
‘En weet je die ene nog?’ vraagt C.
‘Die van, dat je maar lekker moet genieten van de rust, zo zonder kinderen?’
‘Juist. En die hadden we het vaakst.’
‘Ja, die hadden we het vaakst.’
‘En die krijg ik nog steeds bijna elke dag te horen. Laatst zelfs in jouw column. Kun je het je voorstellen?’
We lachen.
‘Sorry,’ zeg ik. ‘Is al goed,’ zegt C.
‘Laat ik je jaloers maken door te zeggen dat ik mijn afspraken heb afgezegd en lekker drie weken op Zanzibar ga zitten met mijn laptop. Even overwinteren.’
‘Nu moet je ophouden!’ roep ik.
‘Ha!’ roept ze. ‘Ik stuur wel een kaartje!’
‘Ja graag!’ roep ik. ‘En mail foto’s!’
Maar ze heeft al opgehangen. En terecht.
Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.