Hanneke: 'Daarom val ik op de bank in slaap'
Hanneke Hendrix woont in de buurt Nijmegen met man en kind, en heeft onlangs haar derde roman uitgebracht. Ze schrijft boeken bij De Geus, geeft les aan de kunstacademie en de Schrijversvakschool en maakt hoorspelen voor de radio, maar is niet per se gek op grindbakken.
Het is ochtend en ik ben al een dik kwartier bezig om twee dezelfde sokken te vinden voor de dochter. Voor mezelf heb ik dit euvel al honderd jaar geleden opgelost door gewoon alleen maar dezelfde lelijke zwarte HEMA-sportsokken te dragen (laat me nou, die zitten lekker met dat badstof aan de binnenkant), maar een peuter van twee en een half trek je nu eenmaal geen lelijke zwarte HEMA-sportsokken aan. Buiten is het koud, maar de stoom slaat uit mijn kraag als ik voor de vierde keer de wasmand met schone was doorspit opzoek naar een sok, om het even welke sok. Hoe kan dit? Hoe is het mogelijk dat ik op dit moment tien enkele sokken in mijn zakken heb gepropt? Tien! Wat nog aan de frustratie bijdraagt, is dat ik wéét dat ik morgen, als ik bijvoorbeeld een rompertje zoek, alleen maar sokken tegenkom en geen van de rompertjes die ik nu de hele tijd tevoorschijn trek. Gewoon, omdat al die zaken zich altijd in een parallel universum voor mij verstoppen om op te duiken op momenten dat je er niet naar zoekt. Net zoals haarelastiekjes, onderbroeken, favoriete jurkjes en paspoorten.
Lees meer: Hanneke: 'De dochter heeft de hele keuken leeggehaald. Nou en?'
De dochter is ondertussen met een houten blokken door de kamer aan het slepen, onderwijl roepend dat ze geen sokken aanhoeft. Buiten slaat de regen tegen de ramen. Ik overweeg haar om te kleden en een maillot met jurk aan te trekken. Ik kijk in de wasmand. Ik zie ook geen maillots. Ik zucht. Het liefst zou ik neerzijgen en slapen. Ik heb namelijk ook slaaptekort. Niet omdat ik een tweejarige thuis heb of omdat ik zorgen heb of omdat ik ziek ben, nee, ik heb slaaptekort omdat ik niet kan stoppen met lezen in het weergaloze Laura H. Gisternacht heb ik tot half twee doorgelezen, met een doek over de lamp naast het bed om de man niet wakker te maken, voorzichtig de pagina’s omslaand net als vroeger toen ik nog thuis woonde en stiekem met een zaklamp onder de dekens las. Ik kan gewoon niet ophouden, het is té spannend. Maar nu is het nog ochtend en ik moet nog zeker veertien uur wachten voor ik verder kan lezen.
Ik kijk op de klok. O ja, ik had heel erge haast.
Dan maar twee verschillende sokken.
Terwijl ik de schoenen van de dochter aantrek zie ik natuurlijk onder de bank een drietal ontbrekende sokken liggen. Nou ja, pech gehad. Daarna springt er een knoop van mijn jas als ik mijn jas aantrek, vallen de handschoenen van de dochter in een modderplas, valt mijn telefoon in mijn jasvoering door een gat in de zak en realiseer ik me terwijl ik net de dochter en mezelf in de auto heb gesnoerd dat ik de kippen vergeten ben te voeren.
Met de radio snoeihard aan scheuren de dochter en ik luid zingend van Schaapje schaapje heb je witte wol naar het kinderdagverblijf. Daar werp ik haar naar binnen en raas ik naar de hoorspelstudio.
Lees meer: Hanneke: 'Ik krijg een naald in mijn arm en lees een boek'
Na het opnemen en monteren scheur ik weer terug, in de race tegen de klok die De-Grote-Met-Z’n-Allen-In-De-Spits-Met-Een-Kinderdagverblijf-Dat-Om-Zes-Uur-Sluit heet. Ik snap tegenwoordig waarom mensen toeteren in een file. Gelukkig heb ik een grijze Clio, dus mensen steken toch wel hun middelvinger op.
De man werkt tot laat, dus ik bak pannenkoeken voor de dochter. Voor de televisie eten we die op. Als ze in bed ligt ruim ik de zooi op, was ik af, beantwoord ik nog wat e-mails.
Daarna pak ik mijn boek en plof ik op de bank.
Eindelijk.
Ik neem een nip wijn.
En dan val ik subiet in slaap.
Lees hier meer van Hanneke Hendrix.