Column: 'Natte wortelsalade recht op Lenies linkertiet'
Hanneke Hendrix schaart zichzelf als ouder van een peuter in de categorie "doet ook maar wat" en is niet te beroerd om te beschrijven hoe ze door de wondere wereld van buggy's, kinderdagverblijven, zetpillen en banaan heen struikelt
‘Moet je daar niks van zeggen?’ vraagt de moeder van een jeugdvriendin - laat ik haar Lenie noemen - die een dorp verderop is komen wonen en op de late koffie is gekomen.
Het is bijna etenstijd en ik heb de dochter alvast achter haar sla gezet. Heb ik ooit ergens in een matig Frans opvoedboek gelezen, geschreven door een Amerikaan die in Frankrijk woonde. ‘De Fransen eten altijd als voorgerecht een salade,’ stond er, alsof het iets enorm exotisch was. Maar om eerlijk te zijn werkt het bij de dochter best goed. Buiten het feit dat ze erg veel met haar eten speelt - en vervolgens met die sausvingers de gordijnen grijpt - eet ze doorgaans haar bakje sla helemaal leeg. De dochter heeft vandaag wortelsalade. Ze houdt van wortelsalade. Ze slaat erin.
Lees meer: 'Wat zit haar haar leuk!' Het blijkt stroop te zijn
‘Zo leren ze het,’ zeg ik.
Lenie kijkt bedenkelijk.
‘Weet je het zeker?’ vraagt ze.
‘Nee,’ zeg ik.
Ik weet tegenwoordig helemaal niets meer zeker, wat best een probleem is, want tegen de tijd dat ik in een situatie heb bedacht die handig is qua opvoeden, heeft de dochter al tien minuten de kachel met me aangemaakt. Op de radio hoorde ik vandaag iemand zeggen dat mensen zonder kinderen altijd veel beter kunnen omschrijven wat voor ouder ze willen zijn dan mensen met kinderen: een strenge ouder, een consequente ouder, een invoelende ouder, noem maar op. Maar als je eenmaal een kind hebt, merk je dat je helemaal niet zoveel te willen hebt.
De dochter gooit een hand wortelsalade op de grond.
‘Ja, maar corrigeer je haar niet?’ zegt Lenie.
Ik haat het als mensen meningen in een vraag verpakken.
‘Jawel,’ zeg ik. ‘Maar nu mag ze het al. Als ik dan nu ineens zeg dat het niet mag, dan snapt ze er helemaal niks meer van. En dan lust ze straks niks meer.’
Ik weet ook niet of ik echt bedoel wat ik zeg.
‘Dat lusten van tegenwoordig. Ik kan me helemaal niet herinneren dat jullie vroeger allemaal niks lustten. Ja, die ene, hoe heet ze ook alweer, die zo verwend werd, die lustte niks. Maar jullie aten allemaal gewoon alles en netjes met mes en vork. Echt hoor.’
‘Hoe deden jullie dat dan?’ vraag ik.
‘Gewoon,’ zegt ze. ‘Dwingen.’
Ik lach hardop.
‘Dat werkt niet bij haar,’ zeg ik. ‘Echt niet.’
‘Nou, dat zullen we nog wel eens zien,’ roept ze. ‘Ga jij netjes eten? Netjes doen? Gewoon met het vorkje in het mondje?’
De dochter kijkt haar strak aan en laat onderwijl een handje wortel op tafel vallen. Lenie probeert de vork van de dochter af te pakken. De dochter grijpt haar vork stevig beet.
‘Hier met die vork!’ bijt Lenie de dochter toe. Maar de dochter laat niet aan haar vork zitten, door niemand niet. Het gaat razendsnel. Lenie probeert de vingertjes van de dochter van de vork te krijgen, terwijl de dochter gilt en trekt en duwt en roept. Omdat ze de vork niet loskrijgt schept ze maar - met de hand van de dochter nog aan de vork - wat salade op de vork. Als confetti sproeit de peen julienne in het rond. De dochter kronkelt en draait en Lenie wurmt en wurmt en geen flinter wortel komt binnen. Natuurlijk niet.
‘Jouw dochter kan helemaal niet met eten omgaan!’ roept Lenie. ‘Stoute meid! Stoute meid!’
‘Hé!’ roep ik kwaad. Ik geef Lenie een duw en trek haar hand van mijn dochter af. Lenie staat op van haar stoel. De stoel valt om. Het is stil. Dan werpt de dochter een hele hand natte wortelsalade recht op Lenies linkertiet. Daarna is weer even stil. De klok tikt. Buiten koert een duif.
‘Volgens mij kan ze juist heel doelgericht met eten omgaan,’ zeg ik, na een tijdje.
‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt,’ briest Lenie. Ze klopt haar tiet af, pakt haar tas en beent de deur uit.
De dochter zwaait.
‘Dàààh,’ zegt ze.
‘Dàààg!’ zeg ik.
De dochter neemt met de vork een grote hap.
‘Goed zo!’ roep ik.
De dochter kijkt trots.
Ik ook.
En Lenie zien we voorlopig niet meer terug.