Hanneke: 'Ik verslijt ongeveer één zachte tandenborstel in de week'
Hanneke Hendrix woont met man en kind in een dorp ergens in het Land van Maas en Waal. Ze bracht drie romans uit en zwoer daarna dat ze nooit meer een boek zou schrijven. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en nu heeft ze een contract bij Das Mag Uitgevers. Verder geeft ze les aan de kunstacademie en de Schrijversvakschool, maakt ze hoorspelen voor de radio, maar is ze niet per se gek op grindbakken.
'Ah,' zegt de vrouw. 'Ik zie het al. U bent een schrobber.'
Ik probeer een geluid te maken dat hetzelfde betekent als een geïnteresseerd 'o ja?'.
'Het is echt heel, heel, heel erg goed te zien,' zegt ze streng.
Ik probeer een grap te mompelen over de staat van mijn huishouden en hoe erg ik wat dat betreft geen schrobber ben, maar dat lukt niet want ik lig namelijk bij de mondhygiëniste in de stoel.
'Hier,' zegt ze. 'Kijk maar even.'
Ze houdt me een handspiegel voor. Ik kom overeind om mezelf te kunnen zien.
'Nee, zelf vastpakken,' zegt ze.
Ik pak de spiegel.
'Kijk dan.'
Lees ook: People Hanneke: 'Slapen jullie met z'n vijven in één bed?'
Ik probeer een geluid te maken dat hetzelfde betekent als een geschokt 'o jeetje, wat erg'.
'Niet meer doen dus.'
Ik schud mijn hoofd.
'Ze zijn wel heel schoon,' zegt ze tevreden.
Ik haal mijn schouders op en probeer een geluid te maken dat hetzelfde betekent als een nonchalant 'ach ja, je doet wat je kunt met de middelen die je hebt'.
'Maar je mag nooit meer schrobben,' zegt ze, als ze alle spiegels en haakjes uit mijn mond heeft gehaald. 'En je moet een elektrische tandenborstel kopen.'
'Ja maar, ja maar,' piep ik. 'Ik hou van schrobben. En ik kom uit een gezin van schrobbers. Mijn dochter is een schobber!'
Ik hou echt van schrobben. Mijn hele leven al. Ik verslijt ongeveer één zachte tandenborstel in de week. De vrouw kijkt me streng aan en geeft me een folder.
'Deze moet je kopen. Niet die duurdere, maar deze. En dan met deze borstels. Alleen deze borstels. Oké?'
Ik knik braaf.
Daarna gaat ze over tot de orde van de dag en verwijdert ze mijn tandsteen. Af en toe babbelt ze wat. Maakt ze grapjes over liedjes op de radio die ik net niet kan horen. Ik denk na over hoe heerlijk het moet zijn om een beroep te hebben waarin niemand iets terug kan zeggen, of in elk geval heel veel moeite moet doen om iets terug te zeggen.
'Dus,' zegt de mondhygiëniste. Het gebrul van het tandsteenverwijderapparaat stopt. Ze ruimt haar spullen op. Ze kijkt me vragend aan. Last Christmas klinkt.
'Toch?'
Lees ook: Hanneke: 'Gaat het wel goed? Moet ik een dokter bellen?'
'O,' zeg ik. 'Ik heb niet geluisterd. Ik pakte even mijn momentje.'
Ik heb veel angsten in het leven, maar angst voor de tandarts hoort daar niet bij. Ik viel net niet in slaap. In onze ouderschapspodcast Ik ken iemand die noemen we zulke momenten de minivakantie.
'Wil je nog even blijven liggen?' zegt ze.
Ik knik.
'Ik maakte een grapje,' zegt ze.
Ik spring uit de stoel.
'En niet meer schrobben,' zegt ze streng.
Ik knik weer braaf. Buiten ben ik helemaal opgekikkerd. Ik voel me jaren jonger. Nu alleen nog een vervanging vinden voor het tandschrobben. Misschien moet ik toch maar weer de zwabber ter handen gaan nemen.
Voor de vloer dan.
Niet voor de tanden natuurlijk.
Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.