Column: Je kind aan een tuigje met een touw
Hanneke Hendrix schaart zichzelf als ouder van een peuter in de categorie "doet ook maar wat" en is niet te beroerd om te beschrijven hoe ze door de wondere wereld van buggy's, kinderdagverblijven, zetpillen en banaan heen struikelt.
Het is Pasen en we zitten voor een niet nader te specificeren sociaal samenzijn in een park te picknicken, met jassen aan en sjaals om. De zon is, zoals bij alle picknicks in Nederland als je net je kleedje uitslaat, zojuist verdwenen. De man en ik wandelen in toerbeurt achter de dochter aan, want onze dochter is, zoals men zegt, ‘ondernemend’ en ‘nieuwsgierig’. Wat op een dag als vandaag vooral neerkomt op ‘kruipt de prikkelstruiken in’ en ‘verdwijnt rennend richting doorgaande weg’.
Lees ook: Column: Het gangetje
Ik kijk naar de dochter, die juichend op een groepje eenden af rent. Ik denk aan de vakantie die in juni op stapel staat. Ik ben al eeuwen niet meer op vakantie geweest. De laatste keer was toen de dochter nog niet liep.
‘Kan dat?’ zeg ik na een tijdje. ‘Je kind een tuigje met een lijn omdoen?’
‘Nee,’ zegt een kennis subiet. ‘Je moet ze gewoon leren luisteren.’
Ze ratelt vervolgens woest aan één stuk door over hechting en leren en vrij laten en vertrouwen. Ik kijk naar de dochter, die kirrend een bloemenperk in stapt. De man bromt van nee. De dochter stapt door. Ze aait de bloemen teder. De man zegt haar nog eens tussen de bloemen uit te komen en plukt haar na een tijdje uit het perk. Hij harkt met zijn voeten de sporen uit, zo goed en kwaad als het gaat. We doen vast alles fout.
Wat dat betreft is wonen in een piepklein dorp wél de oplossing. Nu moet ze eerst een uur rondrennen voordat er eens een auto voorbij komt om onder te komen. Daarbij, ze leert snel: ze is ondertussen al zó vaak ergens afgevallen, dat ze meters uit de buurt blijft van trapgaten en heel voorzichtig over muurtjes of bankjes loopt. Ik kijk naar de dochter, die op de nek van de man zit. Ze zijn blij.
Thuis besluit ik me wederom tot orakel Facebook te wenden:
‘Wat zeggen jullie? Een tuigje met looplijn kopen voor je kind, voor op vakantie: kan dit of kan dit niet?’
Een greep:
Femke: ‘Simpel antwoord: nee.’
Loes: ‘Ja hoor. Hier gezellige apenrugzakjes met staart als lijn. Ze vragen er zelf om, omdat ze ze zo leuk vinden.’
Helen: ‘Als ze daardoor niet onder een auto rent: ja!’
Maureen: ‘Absoluut niet. Je kind is toch geen hond? Leer je kind te luisteren, daar heb je op de lange termijn veel meer aan.’
Aparna: ‘Te kleine schoenen aandoen of iets rottigs erin stoppen. Lopen ze een stuk langzamer. Verder ben ik een heel goede moeder. Heus.’
Mariette: ‘Ik ben vijfentwintig jaar geleden eens naar de Boerenbond gelopen. Ik heb een stuk touw gekocht voor mijn tweelingdochters en bond daar hun tuigjes aan vast. Er was geen andere manier om ze bij me te houden. (Nu misschien toch maar een keer doorknippen?)’
Joost: ‘Ik moest vroeger buiten aan een lijntje, maar in de supermarkt moest ik klompen dragen. Dan kon ik zelf kiezen waar ik was, maar kon mijn moeder altijd horen in welk gangpad ik me verstopte.’
Oscar: ‘De foto's zijn ritueel verbrand, maar ook ik werd ooit in zo'n tuigje gehesen (als kind! als kind!). Toen mijn moeder de accessoire ging kopen, vroeg de meneer van de dierenwinkel of ze er wellicht ook een muilkorf bij bliefde.’
Fleur: ‘Mijn tweede dochter was een kamikazepiloot. Dan doe je niet meer moeilijk over een tuigje zo nu en dan. Niks mis mee, en ze kent nu ze groter is alle gevaren.’
Daarna bel ik de beste vriend en vertel over de boze kennis.
‘Maar doen wij het dan helemaal verkeerd?’ vraag ik. ‘De dochter luistert heus wel, alleen niet als ze iets ziet wat ze heel leuk vindt. En ze vindt alles leuk.’
‘Ach, jij moet niet luisteren. Naar dat mens! Toen háár zoon nog klein was, heeft hij een keer zijn voet gebroken tussen de spaken, omdat zij dronken van de middagborrel naar huis fietste met hem achterop, zonder kinderzitje. Dus.’
Ik denk na. Misschien toch maar eens een touw met rolhandgreep bestellen. Dat kan volgens Mariette gewoon bij de Boerenbond. En laten we er daarvan nu eens heel veel hebben op het platteland.