Hanneke: ‘Die ene babyboomer in een zaal vol millennials’
Hanneke Hendrix woont in de buurt Nijmegen met man en kind, en heeft onlangs haar derde roman uitgebracht. Ze schrijft boeken bij De Geus, geeft les aan de kunstacademie en de Schrijversvakschool en maakt hoorspelen voor de radio, maar is niet per se gek op grindbakken.
Ik ben al drie weken snip- en snipverkouden. In die drie weken heb ik ongeveer tien keer moeten optreden, een middag een podium moeten modereren of iets voor een podcast moeten inspreken, terwijl ik in alle gevallen klonk als iemand die een duikbril op had.
‘Hoezo ben je dan al zo lang verkouden?’ vroeg iemand.
‘Omdat de dochter mij elke dag vol snot smeert,’ heb ik toen geantwoord.
Iedereen met kinderen weet dat je nu eenmaal 150% meer verkouden bent dan dat je voorheen in je leven was. Vóór het ouderschap. Maar kranig heb ik mij geweerd op de diverse podia. Zelfs neusspray gebruikt, terwijl ik daar bloedneuzen van krijg.
Lees meer: Hanneke: 'Ik geef de straatmuzikant niks. Tot zover de kerstgedachte'
De telefoon gaat. Het is K.
‘Heb je die recensie al gelezen?’ vraagt hij.
‘Welke recensie?’ zeg ik.
‘Over je optreden vorige week. Er stond heel zuur dat je alleen maar in je papieren stond te rommelen.’
‘Hè?’ zeg ik.
‘Maar jij rommelt toch altijd in je papieren?’ zegt K.
‘Ja!’ roep ik. ‘Ik rommel altijd in mijn papieren!’
Ik rommel dus altijd in mijn papieren. Ik geef immer een soort van commentaar op mezelf tijdens het voordragen. Dat is een beetje de grap. Ik doe dat al lang. Vraag maar na, misschien al meer dan tien jaar. Vroeger wilde ik namelijk nooit optreden, totdat vrienden me gewoon op flyers begonnen te zetten en ik moest. Misschien is het van daaruit ontstaan. Nu vind ik het zelfs heel erg leuk: optreden.
‘Wie schreef dat dan?’
Hij noemt een naam en ik googel meteen.
‘O,’ zeg ik. ‘Ik heb haar nog in de zaal zien zitten.’
Ze was me serieus opgevallen, aangezien ze de enige babyboomer in een zaal vol millennials was. Ze zat rechtop in een stoel, ergens in het midden.
Ik zucht.
‘Ik maakte een grahapjeeeee,’ zeg ik. ‘Met dat rommelen. Ik lees die verhalen al honderd jaar voor. Niet eens alleen met kerst.’
‘O,’ zegt K. ‘Een áct.’
Ik snuit mijn neus.
‘Je moet ook geen grapjes maken,’ zegt K.
‘Ja, maar, ja maar,’ zeg ik, ‘de zaal moest lachen.’
‘Ja, ja,’ zegt K. ‘Dat waren de millennials, die begrijpen dat soort zaken.’
‘Als wat?’
‘Als ácts.’
‘O,’ zeg ik.
‘Babyboomers zijn gewoon een rare generatie,’ zegt K. ‘Ze wonen in grote huizen die ze ooit voor tienduizend gulden hebben gekocht, zijn opgegroeid in een wereld waar je alles kon roken en drinken en dan gewoon in een auto zonder gordels naar huis mocht rijden. O, en ze gebruiken woorden als ‘magistraal’, ‘kostelijk’ en ‘intrigerend’. Daar kunnen ze niks aan doen. Ze bedoelen het niet kwaad. Ze denken gewoon altijd dat ze de waarheid in pacht hebben. Dat komt door die grote huizen.’
Ik snuit mijn neus.
‘En dat drinken,’ zegt K.
Lees meer: Hanneke: 'De dochter huilt al dagen, gek word ik ervan'
‘Ik heb er genoeg van,’ zeg ik. ‘Ik wil gewoon in bed liggen met een doos zakdoeken en ziek zijn.’
‘Nee, we moeten hier lering uit trekken. We moeten meer drinken,’ zegt K. ‘Wat ben je aan het doen?’
‘Ik moet nog drie deadlines halen vandaag,’ zeg ik.
‘Fuck it,’ zegt K. ‘Kom, we gaan de kroeg in voor een oudejaarsborrel. Bestel ik een grog voor je.’
‘Ja,’ snotter ik.
Ik sta op, gooi mijn zakdoeken in mijn tas.
Dat kunnen we inderdaad nog van de babyboomers leren: meer drinken.
Maar voor de zekerheid spring ik in plaats van in de auto, wel maar even op de fiets.
Lees hier meer van Hanneke Hendrix.