Alles komt goed, meisje
Met de ziel onder haar arm gaat Hanneke naar een koffietent, waar ze zich naast een bejaard mevrouwtje nestelt. 'Alles komt goed, meisje,' zegt de oude dame ineens. 'Alles komt goed.' Maar als Hanneke niet veel later opkijkt, is de dame verdwenen.
Ik ben in een koffietent een dorp verderop gaan zitten omdat ik thuis aan het procrastineren bleef. Ik las pas een artikel van iemand die zei dat je gewoon moet ontkennen dat het woord procrastineren bestaat. Ik heb dat geprobeerd, maar ik raakte steeds afgeleid. De koffietent is net open en binnen is het druk en warm, alsof er nooit corona is geweest. Ik wurm mij met mijn laptop tussen een bejaard mevrouwtje en de muur.
Lees ook: Je wil gewoon het beste voor je placenta
'Niet tegen mij praten niet tegen mij praten niet tegen mij praten,' herhaal ik als een mantra in mijn hoofd.
Ik was met een heel voortvarend gevoel gaan slapen gisteravond. Ik dacht: vanaf morgen wordt alles anders. Ik ga op tijd opstaan, ik ga op dieet en ik ga dat boek afschrijven. Ik dacht: vandaag ga ik fris aan de slag, ik ga niet lopen lanterfanten, ik ga niet mijn tijd verdoen aan dingen op sociale media. Pas maakte iemand met haar wijs- en middelvingers aanhalingstekens toen ze 'sociale media' zei. Alsof we in die wereld alleen maar ironisch kunnen zijn. En misschien is dat ook wel zo. Of is dat cynisch? Pas heb ik besloten dat ik alleen nog maar ironisch cynisch ben. Misschien dat dat helpt.
'Alles komt goed, meisje,' zegt de oude dame ineens. 'Alles komt goed.'
'U weet ook wel dat dat niet waar is,' zeg ik chagrijnig.
Ze legt een hand op mijn hand.
'Wat wil je nou het liefste?' zegt ze.
Ik denk na.
Ik ga niks zeggen.
Raar mens.
Vast ontsnapt ergens.
'Ik ben dat gekloot in de marge zo beu,' zeg ik. Het is sterker dan mezelf.
'Focus, dan,' zegt de oude dame.
Ineens moet ik huilen. Ik bedoel dat niet zo. Ik heb een hekel aan huilende wijven. Ik buig me onder de tafel en grabbel in mijn tas naar dat opgefrommelde stuk keukenpapier dat nog ergens in die tas moet zitten. Als ik weer overeind kom is de dame weg. Ik kijk naar de deur. Het tochtgordijn hangt stil. De serveerster vraagt of ik nog wat wil.
Lees ook: Op je gevoel afgaan is echt vreselijk overschat
'Waar is dat mevrouwtje ineens heen?' vraag ik.
De serveerster kijkt me vermoeid aan.
'Wie?' vraagt ze.
'Die vrouw die hier net zat,' zeg ik.
'Welke vrouw?'
'Die ouwe mevrouw,' zeg ik.
De serveerster trekt een wenkbrauw op.
'Hier zat geen ouwe mevrouw,' zegt ze.
'Wel,' zeg ik.
'Niet,' zegt de serveerster.
'Wel,' zeg ik.
'Oké, dan wel,' zegt ze. 'Nog koffie?'
Ik kijk haar verdwaasd aan en vraag om de rekening. Ik krijg de rekening.
Het voelt alsof ik ineens buiten sta. Alsof iemand me mijn jas heeft aangetrokken, me mijn tas heeft omgehangen en me tussen duim en wijsvinger heeft opgepakt, uit deze maquette wat men een leven noemt heeft uitgetild en me weer buiten op straat heeft gezet. Ik loop naar huis en ga weer aan de slag.
Hanneke Hendrix (40) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns en romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (4) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone. Lees hier meer columns van Hanneke.