Hanneke: 'Mijn kind denkt dat ouders nergens mee naar binnen mogen'
Hanneke Hendrix (40) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns en romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (4) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone.
Ineens staan we met z’n allen in de snikhete hal van het zwembad. Binnen. Weg te stomen. In plaats van lekker buiten in de zon of de frisse wind, te wachten tot de zwemles voorbij is. Ik was nog nooit binnen geweest bij het zwembad, als ik aan de beurt was met rijden (we delen de last met een paar andere zwemleskindouders uit het dorp), dan liep ik met de drie kinderen naar de deur, wachtte tot de zwemjuf de deur open deed en dan liepen de kinderen naar binnen. Klaar.
Lees ook: Hanneke: 'Normaal vindt ze school juist leuk'
Ik heb een echt coronakind, zoals we dat bij het schoolhek ondertussen noemen. Dat zijn kinderen die niet beter weten dan dat ouders niet mee ergens naar binnen mogen. Je gooit ze over een hek en ze wandelen zelf wel naar binnen en dan komt het waarschijnlijk wel goed. Ja, of niet: maar dat zie je dan toch niet als ouder. En dat ging eigenlijk heel erg goed. Onlangs zag ik zelfs voor het éérst de school van binnen, dat terwijl de dochter in Groep 2 zit. ('En? Wat vind je ervan?' riepen de juffen vanuit de koffiekamer toen ik even hallo kwam zeggen. 'Valt tegen!' riep ik terug. Nou ja, dat was natuurlijk een grapje. De school ziet er helemaal prima uit.)
Maar nu is het dus aan de hand dat het bij zwemles niet meer de bedoeling is dat je ze een douw richting de deur geeft en dat de zwemjuf vermoedelijk ervoor zorgt dat ze in badkleding het water ingaan en niet met hun jas nog aan.
'Wat moeten we doen?' vroeg ik aan A., wier dochter op hetzelfde uur zwemles heeft.
'Dat staat in die brief,' zei A., die ondertussen wel gewend is dat ik nooit iets snap.
'Ik snap die brief niet,' zei ik.
'Je moet ze zelf helpen met aan- en uitkleden.'
'Echt?' riep ik. 'Nee joh!'
Lees ook: Hanneke: 'Ik geef mijn dochter alleen maar kroketten'
Jawel. Ik moest aan de bak.
En zoals ik al zei staan we nu dus in die snikhete hal. Door een soort van politieraam kunnen wij de zwemmende kinderen zien, maar de kinderen ons niet. Als ze uit het bad komen, lopen wij in een rijtje de kleedkamer in. 'Laten we wel wezen,' zegt iemand, terwijl we naar binnen lopen. 'De pandemie had dus tóch ook voordelen.' We lachen.
Dus dit was het oude normaal.
Lees hier meer columns van Hanneke.