Hanneke: 'Als ik thuis werk ga ik op de bank Netflix kijken'
Hanneke Hendrix woont met man en kind in een dorp ergens in het Land van Maas en Waal. Ze bracht drie romans uit en zwoer daarna dat ze nooit meer een boek zou schrijven. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en nu heeft ze een contract bij Das Mag Uitgevers. Verder geeft ze les aan de kunstacademie en de Schrijversvakschool, maakt ze hoorspelen voor de radio, maar is ze niet per se gek op grindbakken.
'Dus wij hebben nu een nanny,' zegt Coos.
'Een nanny,' zeg ik.
Ik drink koffie.
Nu denken jullie ondertussen vast dat ik de hele week alleen maar koffie aan het leuten ben, maar dat is dus niet zo. Ik ben een zelfstandige die een, al zeg ik het zelf, indrukwekkende constructie aan stokken-achter-de-deur om zich heen heeft gebouw om zo ver mogelijk weg te blijven van werk- en typontwijkendgedrag. Het is normaal, mailde ik pas aan een student, dat je moeite hebt met beginnen. De helft van alle mensen die ik ken heeft daar last van. Accepteer dat maar gewoon en verzin zoveel mogelijk manieren om jezelf voor de gek te houden. Kort gezegd: ik zit vaak in een koffietent te werken omdat ik thuis anders op de bank ga liggen en Netflix ga kijken.
Lees ook: Hanneke Hendrix en de oma die zegt dat ze een beetje dik is
Nadeel is dat wel dat er in een dorp als Nijmegen altijd bekenden en quasi-bekenden langs je tafel wandelen. Mensen die ineens een praatje willen maken met hun ex-barvrouw. Het Monster Der Werkontwijking, dat al sinds binnenkomen met de armen over elkaar heen kwaad naar de muur zat te kijken, wordt dan meteen enthousiast gemaakt. Alsof er iemand een rubber balletje voor een hondje houdt.
Hoe dan ook. Coos heeft dus een nanny en is ondertussen tegenover me komen zitten. Ik drink koffie en probeer deze column te tikken, terwijl mijn lieve Monster Der Werkontwijking blij rondjes om me heen rent en afwisselend heel mooi opzit en pootjes geeft. Ik gooi hem een koekje toe.
'Want als je dat leest met al die kinderdagverblijven. Echt vreselijk. En ik las een onderzoek dat baby’s zich maar aan vier mensen kunnen hechten.'
'Is dat niet heel duur,' zeg ik. 'Een nanny?'
'Alles is duur,' zucht Coos.
'Nietwaar,' zeg ik.
'Wel,' zegt Coos.
'En heeft ze dan een kamer in jullie huis voor zichzelf?'
'We huren een kamer voor haar. Om de hoek. Ook al duur.'
'Hè? Maar moet je er dan nog steeds ’s nachts uit? Wat heb je dan aan een nanny?' vraag ik.
'Doordeweeks blijft ze wel ’s nachts slapen. In de logeerkamer. Ze gaat iedere dag tussen vijf en zes naar haar eigen kamer om te eten en komt om elf uur hier slapen. Doordeweeks, hè. In het weekend doen we het natuurlijk echt allemaal zelf.'
'Ja, natuurlijk, natuurlijk,' zeg ik. 'Je zou het godbetert allemaal door de nanny laten doen. Baby’s kunnen ze zich immers aan maar liefst vier mensen hechten. Anders houdt ze drie gaten over.'
'Nou ja, behalve als we even uit willen. Of even willen winkelen. Of naar Parijs! Volgende week gaan we naar Parijs. Ze staat in het weekend altijd stand-by. Heel handig, hoor. Wel duur. Dat wel.'
Lees ook: Hanneke: 'Voor obstipatie hoef je je niet te schamen hoor'
Ik moet denken aan mijn maat A. die een keer iemand sprak met een nanny. 'Hoe was jullie vakantie?' had A. gevraagd.
'Vreselijk,' zei die man toen. 'Onze nanny was niet mee. Nu moest ik de hele tijd op het strand iets met die kinderen ondernemen. Je komt dan echt helemaal niet aan je rust toe! Doodmoe was ik!'
'Maar jij heb toch ook een dochter?' vraagt Coos.
Ik knik.
'Wat een werk, hè?' zegt ze.
'Ach,' zeg ik. 'Ik was gisteren op een afspraak met een klodder pindakaas op mijn jurk van tweehonderd euro. O, en ik heb gisteren vóór het eten een uur in haar speeltent gezeten. Gedaan alsof ik koffiedronk uit plakkerige houten kopjes. Af en toe stak ik mijn hoofd uit de tent om stiekem wijn te drinken. En vannacht heb ik een half uur met haar uit het raam gekeken. Naar de regen. En de wolken. En de lampjes verderop in de straat. Er wandelde een egel voorbij. Wij voor het open raam, kijken en wijzen. Onder een dekentje. En de regen roffelde op het dak. Het was een uur of drie.'
Coos kijkt me aan.
'Maar goed,' zeg ik. 'Het is wel lekker goedkoop inderdaad.'
Ik proost met mijn koffie.
Lees hier meer columns van Hanneke Hendrix.