Hanneke: 'Moeder worden? Ik vond de eerste weken ver-schrik-ke-lijk'
Hanneke Hendrix woont met man en kind in een dorp ergens in het Land van Maas en Waal. Ze bracht drie romans uit en zwoer daarna dat ze nooit meer een boek zou schrijven. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en nu heeft ze een contract bij Das Mag Uitgevers. Verder geeft ze les aan de kunstacademie en de Schrijversvakschool, maakt ze hoorspelen voor de radio, maar is ze niet per se gek op grindbakken.
Toen mijn dochter drie weken oud was, dachten we even dat ik een postnatale depressie had. De roze wolk verdween als sneeuw voor de zon zodra de kraamhulp eenmaal was vertrokken. Ik had mij misschien wel meer gehecht aan de kraamhulp dan aan dat nieuwe baby’tje, waarvan ik nog steeds het gevoel had dat het een logeetje was. De huisarts bleek niet erg onder de indruk van mijn ontplofte gevoelsleven.
Of ik dood wilde? Nee.
Of ik mijn dochter iets ergs wilde aandoen? Nee, ook niet.
Ze vertelde me dat veel nieuwe ouders kampen met neerslachtige gevoelens, de eerste maanden na de geboorte. Dat het heel normaal was hoe ik me voelde.
‘Heel normaal,’ benadrukte ze nog eens. ‘Echt.’
Lees ook: Hanneke: 'Daarom ruiken oude mensen anders dan baby's'
Nu lag het achteraf ook aan de combinatie bovenwoning en hittegolf in combinatie met de sloopwerkzaamheden van de verbouwing van het appartement onder ons, maar toch verbaasde het me dat maar weinig mensen daarover vertellen als je vraagt hoe het met ze gaat, nu, met dat nieuwe kind.
‘Hoe gaat het?’ vroeg een goeie kennis van me dit weekend.
‘Ja, nu gaat het goed,’ zei ik. ‘Maar de eerste weken vond ik verschrikkelijk. Echt ver-schrik-ke-lijk.’
Het was even stil.
‘Ja, ik vond er in het begin eigenlijk ook helemaal niets aan. Eigenlijk nog steeds niet echt.’
‘O, dat wist ik helemaal niet,’ zei ik. ‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Ik zeg dat eigenlijk niet zo snel.’
Ik ben normaal.
Heus wel.
Precies in die derde week, de week van de nervous breakdown, waagde ik me met de kinderwagen de stad in, om te ontkomen aan de herrie, de hitte, aan mezelf en de stilte waarin je wacht tot je nieuwe huisgenoot gaat huilen of juist daarmee stopt.
In een natuurvoedingswinkel reed ik mijn dochter rond. Ze sliep. De andere klant in de winkel was een hippe magere moeder met twee uitzinnige zoontjes. Ik schatte de jungskes zo drie en vijf, maar pin me er niet op vast, want ik weet niks van kinderen. Nog niet. Ook dat schijnt te komen.
Hoe dan ook: ik liep daar rond, met een angstige knoop in mijn maag, op zoek naar niets in het bijzonder. De jungskes braken de tent af.
De magere hippe moeder moest er eentje tussen de elektrische schuifdeuren uithalen en een ander van een schap met blikken af dirigeren. Nu ben ik opgehouden om over zulke zaken te oordelen, al deed ik dat vóór het moederschap heel gemakkelijk. Toen ze met haar joelende winkelwagen passeerde beet ze me toe: ‘Ik zou nog maar genieten als ik jou was. Nu heb je het nog lekker rustig.’ Ze beende fluks door en rekende haar spullen af bij de kassa. Vast quinoa of speltmeel of een andere wassen neus van de afgelopen vijf jaar.
Lees ook: Hanneke: 'Hij zegt dat zijn dochter last had van d'r... eh... dinges'
Jo Brand zegt in haar show Barely Live dat ze sinds ze moeder is geworden, ze alleen nog maar chagrijnig is en de hele dag scheldt. Dat als ze een bos bloemen bezorgd krijgt, ze die tegenwoordig meteen in de vuilnisbak gooit, want anders moet je weer een vaas zoeken, de stengels bijknippen en een week later belanden ze alsnog bij het vuil.
Daar moet ik vaak aan denken.
En ik denk vaak aan die kwaaie mevrouw in de natuurvoedingswinkel.
En of ik zelf ooit ook zo word.
Misschien ben ik het al.
Misschien wel.
En misschien is dat ook wel heel normaal.
Hanneke is op dit moment op zomervakantie. Je leest hier haar leukste eerder verschenen columns.
Lees hier meer van Hanneke Hendrix.