Hanneke: 'Het eten niet lekker? Póép is niet lekker!'
Hanneke Hendrix woont in de buurt Nijmegen met man en kind, en heeft onlangs haar derde roman uitgebracht. Ze schrijft boeken bij De Geus, geeft les aan de kunstacademie en de Schrijversvakschool en maakt hoorspelen voor de radio, maar is niet per se gek op grindbakken.
'Hoe oud is je dochter?' vraagt de vrouw in de speeltuin.
'Tweeëneenhalf,' zeg ik.
'O,' zeg ze. 'Wat leuk. Mijn dochter ook.'
Het is even stil. We kijken hoe onze dochters door de speeltuin rennen.
'Ja,' zucht de vrouw. 'Ze zijn nog zo klein.'
Ik kijk naar de twee peuters. Voor mijn gevoel kan de dochter al bijna op kamers. Pas was de man de deegroller kwijt (om deeg te rollen, overigens, niet om te slaan), waarna hij naar de dochter liep die Pieter Konijn aan het kijken was. Nu kun je normaal tijdens Pieter Konijn werkelijk het hele huis afbreken en haar met bank en tv en al ergens in een koeienstal zetten: ze zal er niks van merken. Dus de man had niet echt een vastomlijnd idee over hoe het zou gaan lopen toen hij haar vroeg of ze wist waar de deegroller was. De dochter keek op, dacht even na, stond op, liep de keuken in, rommelde in een la en trok daar zo de deegroller uit. Daarna ging ze weer voor de tv zitten.
Lees ook: Hanneke: 'Fok Nijntje!'
'Hoe doen jullie het met eten?' vraagt de vrouw.
Ik haal mijn schouders op.
'Gewoon,' zeg ik. 'Een bord eten voor d’r neus zetten.'
'En als ze het dan niet lust?'
'Dan eet ze maar niks,' zeg ik.
'O,' zegt de vrouw.
'Al moet ze wel altijd proeven,' zeg ik.
'En hoe zorg je dan dat ze proeft?'
'Ze mag bijvoorbeeld pas iets van worst als ze een spruitje heeft geproefd.'
'Omkopen,' zegt de vrouw.
Ik knik. Ja, verdomd: we kopen haar om. O jee. Dat is niet volgens het boekje.
Ik zucht. Mag ik al wijn?
'Bij mijn dochter heeft dat geen zin.'
'O, maar we worden ook wel eens boos,' zeg ik.
Ik moet denken aan een vriendin die haar kinderen op een antroposofische school heeft. Daar zei een docent dat boos worden alleen werkt als je je 'lampje' aan hebt. Als je het echt meent en voelt. Ik geloof daar wel in. Als ik ergens niet echt het nut van inzie, dan krijg ik het niet verkocht. Ook niet met een donderpreek.
'Ik kan er gewoon niet mee omgaan als ze zonder te proeven over een bord supergoed eten zegt dat ze het niet lust.'
Het is even stil.
Daarna voeg ik eraan toe: 'En zelfs ná het proeven mag ze ook niet zeggen dat ze het niet lekker vindt.'
'Jezus,' zegt de vrouw. 'Ze mag toch wel iets wel of niet lekker vinden?'
'Póép is niet lekker,' zeg ik boos. 'Een bord pasta met rooie saus is wel lekker. Ik ga echt niet allemaal aparte potjes koken. Ik heb totaal geen zin om de komende vijftien jaar geen zalm met venkel te eten. Ze zakt er maar in.'
De vrouw is stil. Ik mopper nog wat na.
'Ja, maar dat is toch niet gezellig?' zegt ze na een tijdje.
'Fuk gezellig,' mompel ik.
De vrouw zegt dat ze maar weer eens moest gaan. Ik schaam me een beetje.
'Maar ze heeft pas wel de deegroller gevonden!' hakkel ik trots. 'Ze is al heel groot!'
De vrouw schudt haar hoofd en zet haar dochter in de buggy. Ook al zoiets. Wij hebben niet eens een buggy meer, want die staat al eeuwen bij oma. Ze rijden weg.
De dochter zwaait ze blij na.
Ik geef haar een dikke kus.
Lees ook: Hanneke: 'Nee, ik wil geen voetbalplaatjes'
'Maar wat wil jij dan eten vanavond?' zeg ik.
'Meloen met mayonaise en pasta en haverkoekjes,' zegt de dochter zonder te knipperen, alsof ze hier al heel erg lang en heel erg goed over na heeft gedacht.
Ik knik. Ik had eigenlijk pannenkoeken verwacht, maar goed, dit kan natuurlijk ook.
'Oké,' zeg ik. 'Wat jij wil. Kom, dan gaan we het in de winkel kopen.'
Want 'niet lekker' bestaat niet, ook niet als het om meloen met mayonaise gaat.
En ze hoeft natuurlijk ook niet de komende vijftien jaar alleen maar venkel te eten.
Lees hier meer van Hanneke Hendrix.