Allemansfeestje: waarom het Songfestival meer is dan een spelletje
Wat is dat toch met het Songfestival? Wat is er nu in hemelsnaam zo leuk aan? Fan van het eerste uur Hanneke Hendrix onthult in &C's meinummer 'Kom maar op met het Songfestival' waarom het liedjesfestijn zo veel meer is dan alleen een spelletje.
De eerste herinnering die ik aan het Songfestival heb, is dat ik met blote voeten en marginaal getoupeerd haar op de mat voor de televisie zit, met een zelfgemaakte strokenrok aan, en dat ik naar Frizzle Sizzle kijk. Dat ik blij ben en monter omdat niet alleen ik, maar iedereen zeker wist dat we zouden gaan winnen. Dat zeiden ze immers al de hele week op de televisie. Daarbij vond ik Alles heeft een ritme het mooiste liedje dat ik ooit had gehoord, met de mooiste choreografie die ik steeds na probeerde te doen. Zonder zorgen op blote voeten dansend, met een lange weelderige haardracht. Ik was zes en dacht: zó hoort het leven te zijn. We wonnen niet. Frizzle Sizzle werd dertiende, van de twintig landen.
Groot politiek feest
En zo begon het, als zesjarige werd ik voor het eerst in mijn leven geconfronteerd dat niet iedereen in de wereld hetzelfde over dingen denkt. Voor het eerst werd ik geconfronteerd met zoiets als verliezen. In plaats van Frizzle Sizzle won ene Sandra Kim van dertien uit België met kort haar. Ik moest zelf ook altijd mijn haar kort dragen van mijn ouders, en Sandra Kim was de personificatie van alles wat ik daaraan stom vond. Ik wilde geen kort haar, ik wilde Laura Vlasblom zijn met haar getoupeerd tot aan de studiolampen! Dat wilde ik! Een bos weelderig haar en een jurk gemaakt van een oud gordijn.
Lees ook: Eurovision-angst: hier zijn Jan, Edsilia, Nikkie en Chantal bang voor
Maar daar zaten we dan, mijn broer en ik, teleurgesteld voor de televisie met onze eigen scoreformulieren om zelf alle landen punten te kunnen geven, te kijken naar een klein Belgisch meisje dat epileptisch dansend J'aime, j'aime la vie zong. Flikker op met je j'aime la vie, dacht ik toen. Misschien is het daar allemaal misgegaan met me. Maar wat is er dan in hemelsnaam zo leuk aan het Songfestival? Als iemand dat vraagt, weet ik nooit goed waar ik moet beginnen. Vaak stotter ik iets in de richting van: 'Nou ja, het is net zoiets als het WK voetbal. Maar dan met glitterjurken.' Maar dat dekt de lading helemaal niet, want het Songfestival is niet alleen een spelletje tussen landen: het Songfestival zegt ook iets over de politieke verhoudingen tussen die landen, veel meer dan bij zoiets als sport. Soms zegt het zelfs méér over de politieke verhoudingen dan de politiek zelf dat doet. Eigenlijk hebben we te maken met diplomatie onder een laag glitters.
Het Songfestival liep vaak jaren vooruit op de Europese Unie. Soort voorportaal, of een testfase. Twee jaar geleden – toen het in Israël was – kwamen vanuit allerlei kanten oproepen om het Songfestival te boycotten vanwege de Palestijnse kwestie. De organisatie verweerde zich door te zeggen dat het een apolitiek festival is, maar als je daarin al stelling moet nemen, nu ja: dan weet je al dat het bij voorbaat wél politiek is wat je aan het doen bent. LGBTQ+-rechten, de #metoo-beweging, de vluchtelingencrisis, terroristische aanslagen, de Brexit, de Armeense genocide, de Russische bezetting van de Krim: alles is voorbijgekomen de afgelopen jaren.
Nooit neutraal
Hoe kan het ook anders, daar het Songfestival ooit begon als een zoektocht voor entertainmentprogramma's die Europa konden binden. De eerste editie met zeven landen vond plaats in 1956 in Zwitserland en neutraler is het sindsdien niet meer geworden. Rivaliteit tussen landen komt tot uiting in stemgedrag, in inzendingen. Maar soms ook rivaliteit binnen een land. Zo trad België zelfs een keer, zeer onsuccesvol overigens, op in een brabbeltaal om de constante ruzie over in welke taal er ingezonden zou moeten worden de kop in te drukken. Na het winnen van, daar heb je haar weer, Sandra Kim, bleef de Waalse omroep met de rekening zitten.
Ook werd de Portugese inzending in 1974 (het jaar waarin ABBA met Waterloo won) als startsein gebruikt voor de Anjerrevolutie en stopt Armenië zo om het jaar stiekem hun lied vol met metaforen over de genocide. Om maar wat te noemen. En dat wordt dan weer allemaal overgoten met glitters of pyrotechnics of mensen in uitzinnige pakjes of een combinatie daarvan, terwijl het hele publiek óf met regenboogvlaggen staat te zwaaien, óf juist heel erg houdt van het levenslied. Wat Dolly Parton is voor Amerika is het Songfestival voor ons deel van de wereld, maar dan (en dat kan eigenlijk niet) nog grootser en veelomvattender. Het is nationalisme, gecombineerd met het idee dat er voor iedereen op de wereld plek is, het maakt niet uit hoe je eruitziet of hoe je je identificeert. Tenminste, bij de meeste landen dan. Want het ene land knipt zoenende Zweedse vrouwen er zo snel mogelijk uit, het andere wil het niet uitzenden als er twee mannen elkaars hand willen vasthouden en is er altijd, maar dan ook altijd gedoe rondom Rusland.
Zo werd Georgië in 2009 gediskwalificeerd omdat ze hun liedtekst 'We don't wanna put in, cuz negative move, it's killin' the groove' niet wilden aanpassen, aangezien 'put in' overduidelijk werd uitgesproken als Poetin. In 2016 kreeg de Oekraïense Jamala veel commentaar op haar nummer 1944 waarin ze zong over de verdrijving van Krim-Tataren door Rusland in datzelfde jaar. Gevoelig, omdat twee jaar vóór die editie van het festival Poetin de macht overnam op de Krim. Vanwege deze vete wordt er sinds 2015 gebruikgemaakt van anti-booing technology. Hiermee kan de organisatie boegeroep vanuit de zaal filteren uit de audio die de wereld overgaat. Maar gelukkig hebben we van doen met een apolitiek festival. Toch? Of?
Vriendjespolitiek en de juiste plek
Misschien moeten we dan even kijken naar wat de statistieken ons vertellen. Dé expert op het gebied van onderzoek naar zaken als stemgedrag en de invloed van rangorde van optreden binnen het Songfestival is Adrian Kavanagh, verbonden aan the National University of Ireland Maynooth. Volgens Kavanagh bestaat vriendjespolitiek statistisch wel degelijk binnen het Songfestival, zo stelt hij in het grootschalige onderzoek Uncovering Eurovision's Voting Patterns uit 2018: 'We zien dat stempatronen tijdens het Songfestival relatief gezien consistent zijn vanaf 1998, toen televoting werd geïntroduceerd en een aantal Oost-Europese landen voor het eerst deelnam.' Succesvolle landen hebben over het algemeen altijd baat gehad bij de steun van bevriende landen en buurlanden, blijkt uit zijn onderzoek. En dan opvallenderwijs landen die vallen binnen het voormalige Joegoslavië of de post-Sovjetstaten, maar ook landen die een sterke diaspora hebben binnen Europa, zoals Turkije, Armenië en Roemenië. Hij zegt: 'Sterker nog, we kunnen zien dat de landen die deze factoren missen het juist erg slecht doen, zoals Zwitserland en Slovenië.'
Lees ook: Karaokekoning: kent Jan alle Songfestival-hits?
Maar ook wanneer je moet optreden tijdens het festival heeft invloed op hoe er op je liedje gestemd wordt, is te lezen op zijn website. 'Landen die eerder aan de beurt komen in de volgorde van de wedstrijd, hebben doorgaans minder kans dan landen die later optreden. In de finals is de slechtste positie nummer twee, in een aflevering van de semi's kun je beter niet belanden op plek drie.' Dit alles is gebaseerd op de patronen van stemgedrag en uiteindelijke kwalificaties in de afgelopen twaalf jaar. Saillant is dan dat de organisatie sinds 2013 de rangorde bepaalt, vooral om te voorkomen dat de kijker door de loting tien rustige of juist explosieve liedjes achter elkaar moet verstouwen, en dat Turkije sindsdien niet meer meedoet. Al kon dat natuurlijk ook stiekem hebben gelegen aan het feit dat dat jaar een vrouw met een baard won, maar wie zal het zeggen? Nu ja: de statistieken in elk geval niet, dus.
De Donkere Dagen vóór Anouk
O ja, en dan moet je als land ook nog gewoon een goed liedje hebben. Met een verhaal dat iedereen aanspreekt of in elk geval heel herkenbaar klinkt. Zo kan het dus zijn dat de winnaar het ene jaar Netta uit Israël is die een kip nadoet, en het andere jaar Duncan uit Nederland die een piano en een lichtgevende bol heeft meegenomen. Met een heel erg goed liedje. Nog steeds als ik Arcade op de radio hoor, schiet door mijn hoofd dat we gewoon gewónnen hebben. Gewónnen. En dan ben ik eventjes heel erg gelukkig. Wie had dat ooit gedacht, in De Donkere Dagen vóór Anouk? Want zo omschrijven we de periode van 2005 tot 2013, waarin Nederland maar liefst nul keer de finale wist te bereiken. Daarna kwam Anouk die, zo leek het, zich met een kapmes een weg door het Songfestivalwoud hakte, iedereen die haar in de weg stond aan de kant sloeg en op die manier eigenhandig Nederland weer op de kaart zette. En zo de weg vrijmaakte voor Ilse DeLange, die de weg weer vrijmaakte voor Duncan. The rest is history. Zo vond ik mezelf twee jaar geleden, terwijl we met een hele woonkamer op z'n Emma Wortelboers tegen de televisie stonden te schreeuwen. Zag ik een paar weken later door het autoraam toen ik stond te tanken mijn dochter van toen drie in haar autostoeltje, zonder dat ze doorhad dat ik keek, met een emotionele frons meezingen met Arcade dat op de radio voorbijkwam. Het leven is mooi en alles blijkt tóch nog mogelijk.
En met Sandra Kim heb ik het kosmisch gezien ook goedgemaakt. In ons huishouden ontsteek ik namelijk al zo lang in gezang als iemand om de jam vraagt, dat de laatste jaren er slechts alleen nog maar J'aime j'aime la vie wordt gezongen als de pot moet worden doorgeven en het woord 'jam' zelfs helemaal niet meer valt. Geloof me dus maar, lieve dappere mensen, er is nog hoop en alles komt goed. En dat is waarom het Songfestival zo ontzettend fantastisch is.
De eerste halve finale vindt plaats op dinsdag 18 mei, de tweede halve finale op donderdag 20 mei en de grote finale wordt uitgezonden op zaterdag 22 mei. Speciaal voor deze avonden hebben we een &C-bingokaart en -scoreformulier ontworpen. Download ze via de links of vind ze in ons meinummer 'Kom maar op met het Songfestival', hier te bestellen.