Hanneke Hendrix: Holleedertje in de dop
Hanneke Hendrix woont in de buurt van Nijmegen met man en kind, en werkt daar aan haar derde roman. Ze schrijft boeken bij De Geus, geeft les aan de kunstacademie en de Schrijversvakschool en maakt hoorspelen voor de radio, maar is niet per se gek op grindbakken.
We zitten zit bij mijn oudtante aan de keukentafel. De dochter speelt met de vierjarige van mijn neef en de vijfjarige van drie deuren verderop. De vijfjarige is erg bazig, maar goed, ik denk daar verder niet echt bij na. De tuindeuren staan open, er schijnt een herfstzonnetje naar binnen. We drinken koffie en bier. Keuvelen wat.
Dan stopt er een fiets voor het tuinhek.
Lees meer: Hanneke Hendrix: Groots en saai leven
‘Ga je met ons mee of blijf je hier?’ roept de moeder van de vijfjarige van drie deuren verderop over het tuinhek heen.
Het meisje reageert niet. De moeder roept nog eens. Het meisje reageert nog steeds niet. De moeder roept nog eens.
‘Madelief,’ zegt de oudtante. ‘Je moeder vraagt je iets.’
‘Ik blijf hier,’ schreeuwt het meisje met een Kinderen voor Kinderen-stem, ‘want ik vind jullie vervelend!’ Madelief lacht niet. Madelief meent het.
‘Oké,’ zingzegt de moeder met een serene glimlach. Ze zwaait en fietst weg.
‘Goh,’ zeg ik.
‘Zo doet ze altijd,’ fluistert de oudtante.
‘Hoe?’ zeg ik. ‘Die moeder? Zo orgastisch? En gebruikt ze jou altijd zonder te vragen als oppas?’
‘Nee, ik bedoel dinges hier. Zo bijdehand.’ Ze wijst stiekem naar de vijfjarige.
De kinderen rennen naar buiten.
‘Pas was ze hier steeds belletje aan het trekken,’ vertelt de neef. ‘Ome Joep was er helemaal vanaf. Hij liep steeds naar buiten om te kijken wie er was, en dan was er niemand.’
‘Je kunt hem nu niet meer uitleggen dat ze belletje lellen,’ zegt de oudtante. ‘Dat onthoudt ‘ie niet meer. Maar ze bleef het maar doen. Ook toen ik er wat van had gezegd. En naar haar vader luisterde ze al helemaal niet.’
‘Dus toen ben ik even met d’r gaan praten,’ zegt de neef. ‘Greep d’r zo op het tuinpad bij d’r lurven. Gaf ze meteen het meisje dat op de stoep stond de schuld. Dat vond ik nog wel het ergste: dat ze als een NSB’er meteen haar vriendinnetje de schuld gaf. Terwijl: ik had gezien dat zij het deed, want vijfjarigen kunnen nu eenmaal nog niks echt goed.’
‘Haar ouders hebben een opvoedingsvisie waarin ze geen nee tegen hun kinderen zeggen,’ fluistert de oudtante achter haar hand.
‘Corrigeren,’ zegt de neef. ‘Het is even gedoe, maar je hebt er jaren plezier van. De samenleving ook. Bij het kinderdagverblijf hebben we ook zo’n prinsje, brrrrr. Een Holleedertje in de dop.’
De kinderen hollen weer binnen.
‘Nou, zal ik dan maar gaan koken?’ zegt de oudtante.
‘Mag ik mee-eten?’ roept de vijfjarige.
‘Nee,’ zegt de neef.
‘Natuurlijk,’ zegt de oudtante.
De neef heft zijn handen op.
‘Wat eten we?’ roept de vijfjarige.
‘Gehaktballen, boontjes en gebakken aardappelen,’ zegt de oudtante.
Ik juich.
‘Gatver,’ zegt ze. ‘Dan ga ik naar huis.’
Ze laat prompt alles vallen en stormt de woonst uit.
‘Maar je ouders zijn er toch niet?’ roept de oudtante haar achterna. ‘Wat moet je dan eten?’
Het hek klapt dicht.
‘Mooi,’ zegt de neef. ‘Die is weg.’
‘Wat gaat ze nou dan eten?’ zegt de tante. ‘Daar kan dat meisje toch niks aan doen? Dat die ouders geen nee zeggen? Het is gewoon kindermishandeling.’
Lees meer: Hanneke Hendrix: Croissantjes en hysterie in de ochtend
We kijken naar de dochter en de vierjarige van de neef, die op de bank zijn gaan zitten. Ik zet de tv aan en geef ze ieder een bakje tomaatjes. Ze ogen vermoeid.
Daarna eten we rustig en sereen ons avondeten. Ineens vallen alle streken van de twee peuters aan tafel helemaal niet meer op. En dat is meteen het voordeel van terrorkinderen: je eigen spruiten steken er altijd zo prachtig tegen af.
Lees hier meer van Hanneke Hendrix.